24 26 FEBRUARI 1946. nemer. Spr. acht het gewenscht, dat de commissie op zoo breed mogelijke basis wordt samengesteld en dringt er daarom op aan nu een werkgever tot lid te benoemen. Daarop wordt overgegaan tot stemming. Er worden ingeleverd 25 stembiljetten, waaruit blijkt, dat, voor wat betreft de vacature-B e u k e r s, zijn uitge bracht op den heer C o s ij n 18 en op den heer Brinkerhof 7 stemmen en voor wat de vacature-O 11 e n aangaat, dat zijn uitgebracht 25 stemmen op den heer Hendrickx. Zoodat tot lid van de commissie van toezicht op de Nijverheidsscholen zijn benoemd: le, de heer H. C. Cosijn, die in zijn hoedanigheid van raadslid in de commissie zitting zal nemen en wel voor den gewonen tijd van zitting, ingaande 1 Januari 1946; 2e. de heer J. F. H e n d r i c k x en wel voor den tijd, gedurende welken wijlen de heer Otten nog zitting zou hebben gehad. 7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot be noeming van een lid en een plaatsvervangend lid der Schattingscommissie voor het Grondbedrijf (Bijlagen 1946, no. 23). Zonder eenige bedenking wordt besloten, voor de jaren 1946, 1947 en 1948 te benoemen: le. tot lid der Schattingscommissie den heer P. M. Tutein Nolthenius; 2e. tot plaatsvervangend lid den heer W. P. Vermeulen. 8. Benoeming van twee curatoren van het Gymnasium, waartoe door het College van Curatoren worden aanbevolen le vacature-Mr. F. E. Pels Rijcken le. Mr. W. A. J. van den Hurk; 2e, Mr. O. A. C. V e r p a a 1 e n

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 24