26 26 FEBRUARI 1946. De heer HEER heeft tot zijn spijt moeten constateeren, dat het leerlingen-aantal van de school-Boschstraat sterk terugloopt. Dit valt te meer te betreuren, omdat deze school, toen zij nog in de Keizerstraat was gevestigd, een bloeiende onderwijsinrichting was. Voor een deel is deze achteruitgang te wijten aan de noodgedwongen verhuizing naar een minder centraal gelegen punt in de stad, maar er zijn daarvoor ook andere oorzaken in het spel. Het is hier niet gebruikelijk geweest uitsluitend voorstanders van het openbaar onderwijs te benoemen tot leerkrachten aan de openbare scholen. Dientengevolge vertoont het onderwijzend personeel hier over het algemeen weinig idealisme bij de uitoefening van zijn taak. Dit geldt niet voor alle leer krachten, die aan de school in kwestie werkzaam zijn; er zijn ook krachten bij, die met animo hun taak vervullen; onder goede leiding zou er nog we! iets van te maken zijn. Er is echter nog steeds geen Oudercommissie aan de school verbonden; den kinderen wordt geen gelegenheid geboden om in de wintermaanden gedurende het middaguur over te blijven en zoo zijn er meer dingen, die een school aan trekkelijk kunnen maken, welke worden nagelaten. Vroeger waren er gezellige ouderavonden, welke het gewenschte contact tusschen ouders en schoolleiding ten zeerste be vorderden. Nu ziet men daarvan niets meer aan deze school. Men kan als Raad het onderwijzend personeel niet dwingen anders te handelen en Burgemeester en Wethouders hebben blijkbaar geen belangstelling genoeg voor het openbaar onderwijs om hen, die geen idealisme op dit gebied bezitten dat idealisme bij te brengen. Zoo ligt daar nu het voorstel van Burgemeester en Wethoudersom Mejuffrouw Kriens eervol ontslag te verleenen. Spr. heeft zich, toen hij dit voorstel las, de oogen uitgewreven. Het is namelijk altijd gebruikelijk geweest in dergelijke gevallen de laatst aan gestelde onderwijskracht te ontslaan. Hier wordt echter voorgesteld juist de oudste leerkracht ontslag te verleenen op grond van haar leeftijd (57 jaar) en omdat zooals het schoolhoofd verklaarde een jongere kracht bij her plaatsing de kans zou loopen buiten de stad te worden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 26