272 26 AUGUSTUS 1946. woonwagenkamp. Het dient zoover mogelijk uit de stad te worden gebracht. De baldadigheid van de jeugdige kamp bewoners is heel erg. Onlangs hebben zij de telefoondraden van de Spoorwegen doorgeknipt. Vanaf de spoorbaan biedt het kamp een leelijk aanzicht. Het is veel te dicht bij de stad gelegen. De VOORZITTER verklaart, dat het woonwagenkamp een voorwerp van de voortdurende zorg van het Gemeente bestuur is. Het moet daar weg, te meer daar het terrein voor bebouwing is bestemd- Burgemeester en Wethouders dach ten een geschikte plaats bij den Rijsbergscheweg te hebben gevonden, doch het overbrengen van het kamp daarheen bleek tienduizenden guldens te kosten. Als zich echter eenig uitzicht op verplaatsing voordoet, dan zullen Burgemeester en Wethouders het ongetwijfeld doen. De heer COSIJN zegt, dat, als het kamp nog eenigen tijd op zijn tegenwoordige plaats moet blijven, het geen aanbe veling verdient daar een prikkeldraad-afrastering te zetten men raakt het leelijke zicht op het kamp daardoor niet kwijt. De VOORZITTER zegt, dat de zaak nog eens bekeken zal worden. Misschien kan er met oude steenen een muur worden opgetrokken aan de zijde van den Slingerweg. 2. De heer HARDEMAN merkt op. dat op den hoek van den Wilhelminasingel en het Wilhelminapark nog steeds een bordje met den naam „Vijverpark" staat. De VOORZITTER zegt, dat opdracht zal worden ge geven om het bordje te verwijderen. 3. De heer SMIT vraagt, hoe het staat met de bestrating van het voetpad langs den Wilhelminasingel tusschen de Lovendijkstraat en het St. Ignatius-Ziekenhuis. De VOORZITTER deelt mede, dat het onderhoud van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 272