276 26 AUGUSTUS 19-16. staan, ook voor het geheele land. Het zal dan ook wel zeer de vraag zijn, of men zal kunnen blijven leven zooals nu. Spr- hoopt, dat hij te zwartgallig is en dat het den Raad en Bur gemeester en Wethouders gegeven zal zijn Breda dat te ge ven, wat noodig is om het op peil te houden. Spr. dankt den Raad voor diens medewerking. Het is wel- eens tot een steekspel gekomen, maar Spr. heeft altijd ge tracht het zoo zakelijk mogelijk te houden. Dat hij daarbij anderen onaangenaam getroffen heeft, is hem niet bekend. Als wethouder van een stad als deze, zal Spr. overigens wei tekortkomingen hebben gehad. Hij heeft altijd met genoegen den Raad bijgewoond. Alleen is hier in den laatsten tijd niet altijd het persoonlijke van het zakelijke gescheiden gehouden. De heer LOONEN wil, hoewel hij zich volkomen kan aansluiten bij de woorden van den heer Hardeman, toch nog even allen hartelijk dank zeggen voor de samenwerking- Gedurende 19 jaren is Spr. raadslid geweest. Hij heeft daarin altijd een eer gesteld en met genoegen medegewerkt aan het heil van Breda omdat hij houdt van zijn stad. Spr. hoopt, dat de goede verstandhouding, die hier altijd heeft geheerscht, weer spoedig geheel zal zijn hersteld. De heer MEIJS brengt een woord van dank aan de heen gaande raadsleden en in het bijzonder aan de Wethouders Kroone en Van Mierlo, die vele jaren in het belang van de Gemeente hebben gewerkt. De heer Kroone heeft zijn vertrek gemotiveerd door te verklaren, dat er is een tijd van komen en een tijd van gaan. Voor den heer VanMier- 1 o kan dit motief niet gelden. Deze was een uitstekende wet houder van Financiën. Spr. betreurt het dan ook zeer, dat de heer Van Mierlo niet in den nieuwen Raad terug keert. Spr. wil echter liever geen afscheid van den heer Van Mierlo nemen hij hoopt hem spoedig hier weer te zien. De VOORZITTER verklaart zooeven wat sober te zijn geweest. Spr. is daarom blij, dat de andere Sprekers wat uit voeriger waren in hun dankbetuigingen. Spr. wil hier

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 276