26 FEBRUARI 1946. 27 geplaatst. Spr. vindt dit geen geldig motief in dezen tijd, te meer daar er in ons land scholen gesloten worden door gebrek aan leerkrachten. Ook in Breda kan men nog leer krachten gebruiken. Als Mejuffrouw Kriens ontslagen wordt, krijgt zij wachtgeld. Dit beteekent, dat zij na 6 maanden met 60°o van haar wedde moet zien rond te komen. Dit acht Spr. ongemotiveerd in een periode met zulk een hoog levenspeil als waarin wij thans leven. Mejuffrouw Kriens heeft indertijd overplaatsing naar Beek verzocht; zij heeft die niet gekregen, omdat zij Protestant was. Nu wordt zij aan den dijk gezet ondanks het feit, dat erkend wordt, dat zij een uitstekende leerkracht is. Spr. verzoekt den Raad zich te bezinnen alvorens een beslissing te nemen. Wordt Mejuffrouw K r i e ns toch ontslagen, dan zal Spr. haar adviseeren, tegen het besluit van den Raad in beroep te gaan. De heer LOONEN vindt het jammer, dat Mejuffrouw Kriens, die zoovele dienstjaren heeft, ontslagen wordt. Spr. vraagt, of wel al het mogelijke is gedaan om dit te voorkomen en als daaraan niet valt te ontkomen -of zij dan niet naar een andere school kan worden overgeplaatst. Wethouder VAN MIERLO wil in de eerste plaatsant- woorden op de minder vriendelijke, doch ongetwijfeld niet zoo kwaad bedoelde dingen, welke door den heer Heer zijn gezegd. Burgemeester en Wethouders zouden volgens den heer Heer geen belangstelling hebben voor het openbaar onderwijs. Spr. zal aantoonen, dat het tegendeel het geval is. De teruggang van het leerlingental is niet de schuld van Burgemeester en Wethouders of van het onder wijzend personeel. Zij konden er niets aan doen, dat het postkantoor aan de Keizerstraat in de lucht gevlogen is en dat direct daarna beslag is gelegd op de school aanvankelijk door de Geallieerden en even later door de P. T. T. Daarna zijn de verhuizingen gekomen; eerst naar de Oude Vest, waar de behuizing wel zeer benauwd was, daarop naar de Boschstraat. Een en ander heeft het leerlingental

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 27