284
3 SEPTEMBER 1946.
zal zooveel mogelijk aan die wenschen tegemoet komen. Im
mers een prettige sfeer is voor het welslagen van het werk
van veel belang. Spr. zou gaarne met flinke passen met dezen
Raad voorwaarts gaan eendrachtig samenwerken is daar
voor een eerste vereischte. Spr. besluit met de leden daartoe
aan te sporen.
De heer SPRANGERS brengt als oudste van degenen, die
hier voor het eerst hun intrede als raadslid doen, den Voor
zitter dank voor diens sympathieke woorden. Het zij hem
vergund de eerste woorden, welke hij in deze raadzaal
spreekt, te wijden aan haar, die reeds vele jaren lang lief en
leed met den Voorzitter heeft gedeeld, namelijk diens
echtgenoote. Wanneer iemand een openbaar ambt bekleed,
dan wordt zegt Spr. de huiskamer in de avonduren
zeer vaak studievertrek. Er worden dan door de vrouw vele
offers gebracht. Door de echtgenoote van den Voorzit
ter worden al zoovele jaren lang offers gebracht om hem
bij de uitoefening van zijn moeilijke taak ter zijde te staan.
Spr. meent de tolk van allen te zijn als hij haar daarvoor
eerbiedig dank en hulde brengt.
Als Spr. hier persoonlijk den schepter mocht zwaaien, zou
hij boven den voorzitterszetel doen aanbrengen de woorden:
„Algemeen belang" „Eendrachtige samenwerking". Deze
vier woorden zijn immers het cement, dat allen behoort sa
men te voegen. Er zitten hier vogels van diverse pluimage
door wisseling van gedachten wordt echter het goede ge
boren. Spr. hoopt, dat men bij die gedachtenwisselingen al
tijd eerbied zal hebben voor elkanders beginselen. Als men
daaraan voldoet, gaat men in de goede richting. Spr. eindigt
met de woorden van wijlen dr. Schaepman aan te halen:
„Elke bevordering van het goede, doet afbreuk aan het
kwade".
De VOORZITTER dankt den heer Sprangers voor
zijn vriendelijke woorden in het bijzonder voor die, welke
hij aan Spr.'s echtgenoote heeft gewijd hij zal deze aan haar
overbrengen.
Spr- stelt daarop aan de orde de verdere punten der agenda.