290 3 SEPTEMBER 1946. „lijke wijze te laat in het bezit kwam van de fractie der ,,K.V.P. hebben wij nogmaals ons standpunt uiteengezet en „daarbij medegedeeld, dat, wanneer de candidaat, die door „ons gesteld wordt, niet aanvaard wordt, wij van een wet- .houderszetel zullen afzien. Wij hebben er daarbij den n-.i- „druk op gelegd, dat wij alsnog hopen, dat de K.V.P. haar „standpunt zou herzien. „Gisteravond werd ons medegedeeld, dat de fractie der „K.V.P. bij haar houding bleef volharden en niet bereid was, „den candidaat te aanvaarden, die door ons gesteld wordt. „Resumeerende krijgen we dus „1. Wij zijn van meening, dat de P.v.d.A. op grond van de „verkiezingsuitslag recht heeft op een wethouderszetel. „2. Door ons wordt hiervoor candidaat gesteld de heer „V an Houten. „3. Het is een goede politieke gewoonte, dat de candidaat, „die door een partij gesteld wordt, door de andere par- tijen wordt aanvaard. ,4. De bezwaren tegen den heer Van Houten dienen „gericht te worden aan onze heele fractie. ,5. Het zou niet in het belang der gemeente zijn, bij dit „nieuwe begin te redetwisten over de moeilijkheden, die „zich tijdens den noodgemeenteraad voordeden. ,6. Daar wij de bezwaren van de K.V.P. tegen den heer „V an Houten niet deelen, handhaven wij zijn can» „didatuur en stellen ons op het standpunt, dat, indien hij „niet gekozen wordt, geen der andere leden een candi- „datuur zal'aanvaarden. „Mijnheer de Voorzitter. Het spreekt natuurlijk vanzelf, ,dat ik de hoop koester, dat de verklaring, die ik hier namens ,onze fractie heb afgelegd, eenigen indruk heeft gemaakt. ,Het is nu eenmaal niet prettig tegen windmolens te vechten ,en wanneer ik niet de hoop had, alsnog de fractieleden der K.V.P. tot andere gedachten te brengen, zou ik mij de .moeite van een dergelijke uitvoerige verklaring bespaard .hebben. Het kan niet in het belang van de Gemeente zijn, .indien een minderheidsfractie van deze grootte uitgescha- ,keld wordt bij de bezetting van de wethouderszetels en ik

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 290