3 SEPTEMBER 1946.
291
,,zou het betreuren, indien er onzerzijds niet alles gedaan was
„om een verkeerde opvatting uit den weg te ruimen.
„Ik hoop, dat wij elkaar bij dit nieuwe begin zullen vinden
„en ééndrachtig zullen samenwerken aan het herstel van
„onze gemeente
De heer MEIJS merkt op, dat de heer Heer heeft ver
klaard het te betreuren, dat de heeren de Ruiter en
Sprangers niet bij de bespreking over de wethouders
benoeming zijn uitgenoodigd. De Katholieke fractie heeft
alleen fracties uitgenoodigd en geen afzonderlijke personen;
zij verstaat namelijk onder „fractie" iets, dat uit meer dan 1
persoon bestaat. Voorts heeft de heer Heer het voorgesteld,
of de Katholieke fractie den heer Van Houten niet als
wethouder wil aanvaarden op grond van diens houding in
den noodgemeenteraad. Spr. kan hier evenwel verklaren, dat
dit niet het argument van zijn fractie is tegen den candida-
tuur van den heer Van Houten. Spr. neemt gaarne aan,
dat de Partij van den Arbeid mans genoeg is om zelf een
geschikten candidaat aan te wijzen, maar aan den anderen
kant kan de K.V.P. zich niet laten dwingen om op een be
paalden persoon te stemmen dit is ondemocratisch.
De heer MABELIS wil ook namens zijn fractie een ver
klaring afleggen. Het is ook de meening van Spr.'s fractie,
dat bij de bespreking over de wethoudersverkiezing iedere
partij zijn eigen candidaat kan aanwijzen, maar zij kan er
ook inkomen, dat een bepaald persoon voor de andere partij
niet acceptabel is. Voor Spr.'s fractie is het zelfde, of de
heer Heer dan wel de heer Van Houten wethouder
wordt al hetgeen zij opdisschcn komt toch uit de keuken
der Partij van den Arbeid. Het feit is nu eenmaal niet weg
te cijferen, dat de K.V.P. de meerderheid heeft in dezen
Raad. Wil men met haar samenwerken, dan zal men met
haar wenschen ten opzichte van de bezetting der wethou
derszetels rekening moeten houden. Men kan dit onrecht
matig vinden van de meerderheid, maar men moet in deze
het belang van de Gemeente in het oog houden. Spr.'s fractie