294 3 SEPTEMBER 1946. te zijn er kunnen gevoeligheden bestaan of gebrek aan ver trouwen. In zulk een geval kan men niet eischen, dat de R.K. fractie dien persoon toch aanvaardt het is de kwestie van overleg en beleid om een oplossing daarvoor te vinden, waarbij men het algemeen belang voorop zal hebben te stel len. De raad benoemt de wethouders, niet de fracties. Het komt ook in de staatkundige geschiedenis herhaaldelijk voor, dat bepaalde personen niet aanvaardbaar zijn voor de partij, waarmede samengewerkt moet worden zoo was bij de laat ste kabinetsformatie Mr. R o m m e niet acceptabel, bij vorige gelegenheden waren dit Mr. G o s e 1 i n g en Mgr. Nolens. Het is onjuist zulks als dictatuur op te vatten het is een voudig een compromis. Het gaan niet aan om in deze alleen de K.V.P. de schuld te geven, dat gemeente-belangen wor den geschaad de Partij van den Arbeid gaat hierbij niet vrijuit. Het valt zeer te betreuren, dat het hierbij gaat om gemeente-belangen. Spr. had verwacht, dat het persoonlijk belang aan het algemeen belang zou worden opgeofferd. Hij betreurt het ten zeerste, dat men in deze impasse is gekomen, want hieruit zullen steeds moeilijkheden blijven ontstaan door gebrek aan vertrouwen, hetgeen voedsel geeft aan een wran ge verhouding tusschen beide partijen. Het verkeerde element in den tusschentijdschen Raad wordt op die manier duurzaam gemaakt. De verantwoordelijkheid daarvoor rust het meest op de Partij van den Arbeid, aangezien deze rekening moet houden met de feitelijke machtsverhoudingen. De heer HEER wil even ingaan op de woorden van den heer S t r u ij c k e n. Deze heeft verklaard, dat de R.K. frac tie het recht van de Partij van den Arbeid op een wethou derszetel erkent. Maar dan heeft zij, volgens Spr., ook te aanvaarden den candidaat, die wordt gesteld dit is overal de goede gewoonte. Als men tracht aan te toonen, dat dit niet het geval behoeft te zijn, dan is dit juridische zoekerij. De minderheid heeft zelf het recht haar candidaat te stellen. Het door den heer Struijcken aangehaalde voorbeeld met betrekking tot de samenstelling der Regeering, gaat niet op omdat daarbij geen sprake is van evenredige vertegen-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 294