3 SEPTEMBER 1946. 297 Vervolgens wordt overgegaan tot stemming ter voorziening in de derde vacature. Er worden uitgebracht 37 stemmen, waarvan 25 op den heer Romsom, 11 op den heer Van Houten en 1 op den heer Kramers. Zoodat de heer A. P. Romsom is benoemd tot wethouder der Gemeente. De heer ROMSOM, deswege ondervraagd, verklaart de benoeming te aanvaarden onder dankzegging voor het in hem gestelde vertrouwen. Op uitnoodiging van den Voor zitter neemt hij daarop aan de college-tafel plaats. Tenslotte wordt overgegaan tot stemming ter voorziening in de vierde vacature. Er worden uitgebracht 37 stemmen, waarvan 25 op den heer Heer en 12 op den heer Van Houten. Zoodat de heer R. H e e r is benoemd tot wet houder der Gemeente. De VOORZITTER vraagt den heer Heer, of hij de benoeming aanvaardt. De heer HEER antwoordt, dat hij zooeven duidelijk heeft uiteengezet, dat de Partij van den Arbeid niemand anders dan haar eigen candidaat tot wethouder wil zien gekozen. Spr. had gehoopt, dat de K.V.P. het rechtmatige daarvan zou inzien. Thans blijkt, dat de K.V.P. volhardt in haar af wijzende houding. Het spreekt vanzelf, dat Spr. de conse quenties aanvaardt van de verklaring, die hij zooeven na mens zijn fractie heeft afgelegd. Spr. protesteert tegen het feit, dat hier de minderheid niet zijn eigen candidaat mag stellen en verklaart, uit protest hiertegen de raadzaal te zul len verlaten. Spr. noodigt zijn fractiegenooten uit, hem te volgen,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 297