3 SEPTEMBER 1946.
305
De heer VAN GILS zou aan- de verlichting van den Til-
burgscheweg voorrang willen zien verleend. De toestand is
daar zeer gevaarlijk. Er brandt geen enkele straatlantaarn.
Wethouder STRUIJCKEN deelt mede, dat het ver
lichtingsplan voor den Tilburgscheweg al in een begin van
uitvoering was, toen van Rijkswege daartegen bezwaar is
gemaakt omdat het een Rijksweg betrof. Het Rijk wil daar
nu een betere verlichting aanbrengen dan de Gemeente van
plan was. Overleg daaromtrent is nog gaande. De verlichting
van den Tilburgscheweg behoeft door de uitvoering van het
verlichtingsplan-Boeimeersingel niet in het gedrang te komen.
De heer VAN OIJEN klaagt over het ontbreken van ver
lichting op het straatgedeelte, gelegen tusschen de Laan van
Mecklenburg en de Zandberglaan. Zulks veroorzaakt den
kerkgangers veel ongerief.
Wethouder STRUIJCKEN veronderstelt, dat dit niet zoo
gemakkelijk te verhelpen zal zijn, omdat daar geen leiding
ligt.
De VOORZITTER zegt, dat zal worden nagegaan, of
bedoeld euvel kan worden weggenomen.
Zonder verdere opmerkingen wordt daarop over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en
Wethouders besloten.
10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, om hen
te machtigen tot het aangaan van tijdelijke kasgeldleeningen
tot een maximum van 5.000.000 (Bijlagen 1946, no. 152).
De heer MEIJS merkt op, dat de toelichting van dit voor
stel, hoewel het om een bedrag van 5 millioen gaat, zeer
sober is. Er kan niet voldoende worden nagegaan, waar
voor deze leeningen bedoeld zijn.