306 3 SEPTEMBER 1946. De VOORZITTER antwoordt, dat zulks moeilijk kan worden aangegeven. De Gemeente heeft vele betalingen voor het Rijk gedaan, waardoor haar kaspositie is verzwakt. Opneming van het geheele bedrag zal vermoedelijk wel niet noodig zijn, daar reeds vele terugbetalingen plaats hebben. De heer SPRANGERS vraagt, of de plaatselijke pers eer der wordt ingelicht dan de raadsleden. Spr. had namelijk, vóórdat dit voorstel hem was toegezonden, al daarvan kennis genomen door middel van de krant. De VOORZITTER antwoordt, dat de toezending van de raadsstukken gelijktijdig aan raadsleden en pers plaats heeft. De oorzaak van den door den heer Sprangers gesigna- leerden loop van zaken zal gelegen zijn in het feit, dat er Zaterdagmiddag geen post is bezorgd in verband met de viering van den Koninginnedag. Zonder verdere opmerkingen wordt daarop de gevraagde machtiging verleend. DeVOORZITTER verzoekt thans namens Burgemeester en Wethouders beschikbaarstelling van een crediet, groot 4650, voor aanschaffing van een auto voor het Gemeen tebestuur. De gelegenheid doet zich nu voor, een auto voor dit bedrag te kunnen koopen, zoodat een spoedige beslissing moet worden genomen. De heer COSIJN meent, dat reeds eerder een crediet voor dit doel is verleend. De VOORZITTER zegt, dat het plan toen niet tot uit voering is gekomen er is nu een nieuw crediet noodig. Het gevraagde crediet wordt daarop toegestaan. De VOORZITTER vraagt, of de Raad de voorkeur geeft aan het houden van middagvergaderingen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 306