14 SEPTEMBER 1946.
315
,,Wie mij lief heeft, volge me" en ze smeerden hem met z'n
.tienen. Maar later heb ik nog een zielig geval meegemaakt.
,,Ge moet weten, dat we met 27 overgebleven waren er
„werden voor een wethouderszetel 27 stemmen uitgebracht
„een ervan werd benoemd en toen de Voorzitter wilde vra-
„gen, of hij de benoeming accepteerde, was hij „foetsie" en
„drie minuten te voren was hij nog aanwezig. Ik weet niet
„wat er is gebeurd ik zat met mijn rug naar hem toe, want
„ik was gepromoveerd tot stemopnemer, maar ik denk, dat
„hij een hartkramp heeft gekregen. Ik mag voor dien goeden
„man hopen, dat ze hem thuis met een cognacje hebben op
geknapt. En toch kan ik geen groote bewondering hebben
„voor het besluit van de Katholieke Raadsfractie. Ge moet
„weten, dat ik indertijd gezorgd heb, dat die man een drank-
„vergunning op eigen naam kreeg, waarvoor hij jaren had
„geijverd, en nu benoemen zijn vrienden hem tot wethouder
„als hij deze functie aanneemt, dan is hij zijn vergunning
„kwijt, want dan moeten Burgemeester en Wethouders, in
gevolge art. 32 der Drankwet, zijn vergunning, waarop hij
„zoozeer prijs stelde, intrekken. Ja vrouw, van je vrienden
„moet ge het maar hebben. Hebt ge dat alles meegemaakt,
„zei ze, in Amerika en in Breda is toch alles mogelijk als ik
„lid van den Raad was geweest, dan zou ik in die fractie-
.vergadering gezegd hebben - en nu Mijnheer de Voorzit
ter, wil ik hier de woorden van mijn vrouw in de aandacht
„van den Raad aanbevelen
De VOORZITTER Uw Vrouw is geen lid van den
Raad
De heer SPRANGERS Toch wil ik de woorden van
„mijn vrouw hier even aanhalen, omdat, hoewel mijn vrouw
„nooit aan politiek heeft gedaan, haar woorden getuigen van
„een helder oordeel
„Waarde Vrienden
„Wij zijn hier samengekomen om in onderling overleg een
„zéér gewichtige beslissing te nemen, maar wij allen als goe-
,,de, oprechte Katholieke menschen kunnen hier bij eenigen
