14 SEPTEMBER 1946. 317 roep op hen om de candidatuur-V an Houten alsnog 'ce steunen. De heer VAN GOOL heeft persoonlijk den indruk gekre gen, dat het de Partij van den Arbeid niet te doen is om sa menwerking. De meeste leden van zijn fractie zijn de meening toegedaan, dat ook de Partij van den Arbeid in het College vertegenwoordigd behoort te zijn. Er is zooeven te kennen gegeven, dat de nieuwe leden van de K.V.P.-fractie niet over den heer Van Houten kunnen oordeelen, Spr. heeft ech ter uit de vroegere houding van den heer Van H o u te n den indruk gekregen, dat deze een sterke opposant is. Daar om kan de heer Van Houten zijns inziens beter in den Raad zitting hebben dan in het College van Burgemeester en Wethouders. Toen de heer Van Houten de vorige maal niet werd gekozen, hebben de heeren van de Partij van den Arbeid uit protest de vergadering verlaten. Er was, zegt Spr., volstrekt geen reden voor een protest, daar hun geen enkel onrecht was aangedaan. Hun gedrag werd toen zuiver bepaald door een gevoelsargument, terwijl het belang van de Gemeente altijd voorop behoort te staan. Spr. wil gaarne samenwerken met de Partij van den Arbeid, maar dan zullen er offers moe ten worden gebracht. Die offers behooren echter niet van één kant te komen. Vervolgens wordt overgegaan tot stemming. Er worden uitgebracht 36 stemmen, waarvan 21 op den heer Heer, 12 op den heer VanHouten, 1 op den heer M a b e 1 i s en 1 op den heer Van O ij e n, terwijl 1 stem biljet blanco is ingeleverd. Zoodat de heer R. Heer is gekozen tot wet houder der Gemeente. De VOORZITTER vraagt, of de heer Heer deze benoe ming aanvaardt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 317