318 14 SEPTEMBER 1946. De heer HEER zegt niet te begrijpen, hoe de fractie der K.V.P. zulk een standpunt lean innemen. Spr. heeft zooeven nog uitdrukkelijk gezegd, dat het geen zin heeft om op een ander lid van de Partij van den Arbeid dan den heer Van Houten te stemmen, daar die benoeming toch niet zou worden aanvaard. Spr. kan de benoeming dan ook niet aan nemen. De heer MEIJS stelt voor om het aantal wethouders voor- loopig drie te laten. De VOORZITTER zegt, dat er vrij veel werk is voor drie wethouders. Er zijn beslist vier wethouders noodig. Aanne ming van het voorstel van den heer M e ij s is dan ook niet wenschelijk. De heer MEIJS wil de verkiezing van een vierden wethou der tijdelijk uitstellen, b.v. voor den tijd van 2 maanden. De heer BRINKERHOF vindt, dat het voorstel- M e ij s niet van objectiviteit getuigt. Waarom zou men de benoeming van een vierden wethouder even aanhouden Laat de heer M e ij s liever de waarheid spreken en ronduit zeggen, waar om het te doen is. De heer MEIJS Wat verstaat U onder de waarheid Dan weet ik het ook. De heer JONGBLOED wil van den heer M e ij s gaarne argumenten hooren voor zijn voorstel. De heer MEIJS verklaart, dat het de bedoeling van zijn voorstel is, de gelegenheid te scheppen om zich nog eens kalm te beraden. De heer DE RUITER zegt, dat, als hij het goed begrepen heeft, er yan een onderling overleg tusschen de beide frac ties na de vorige raadsvergadering geen sprake is geweest. Spr. zou, alvorens zijn standpunt te bepalen, gaarne de ver-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 318