14 SEPTEMBER 1946. 319 zekering willen hebben, dat er nu inderdaad onderling over leg zal plaats hebben. Het voorstel van den heer M e ij s wordt daarop in stem ming gebracht en aangenomen met 32 tegen 4 stemmen. Voor: de heeren Van Oosterhout, Roovers, M e ij s, S t r u ij c k e n, Van den Eeden, Verhaak, jonker, Cos ij n, Schijen, Van der Kleij, Van O ij e n, Van B ij n e n, Van Gils, K a m p h u ij s, Van der Meulen, Brekelmans, Van Gooi, Van Houten, Heer, Dirven, Verschuren, Jong bloed, Sprangers, Me ij er s, Van de Noort. Kramers, Van Haperen, Beekers, Mabelis, Van Arendonk, Van Swol en Romsom. Tegen de heeren Brinker hof, Laban, Laurey en d e Ruiter. De VOORZITTER constateert, dat de verkiezing van een vierden wethouder hiermede voorloopig is uitgesteld. 3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om de op richting en instandhouding van een huishoudschool in het Westeinde noodig te oordeelen (Bijlagen 1946, no. 154). De heer LABAN vindt het voorstel weinig overtuigend. Hij acht den Raad niet voldoende ingelicht. Het is daarom moeilijk zich een oordeel over deze aangelegenheid te vormen. Het is niet duidelijk waarom de twee goed geoutilleerde huishoudscholen, waarover deze gemeente beschikt, niet vol doende zouden zijn. Spr. vraagt zich af, wat de financiëele consequenties van dit voorstel zullen zijn. De bestaande scho len voorzien z.i. in de behoefte. Mogelijk zou men hieraan uitbreiding kunnen geven door avondcursussen te organi- seeren. Hij stelt voor, het voorstel van Burgemeester en Wethouders aan te houden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 319