320 14 SEPTEMBER 1946. De VOORZITTER wil het voorstel nader toelichten. In het V/esteinde wordt ook thans reeds huishoudonderwijs ge geven aan de huismoeders ten einde het tekort aan de noo- dige kennis op huishoudelijk gebied, aan te vullen. Men wil nu van onderaf aan beginnen. Het geldt hier niet het huis houdonderwijs, zooals dat op de huishoudscholen wordt ge geven het is geen opleiding tot een examen, doch het is direct op het practische leven gericht. Het wordt onderwijs ter vervanging van het 6e en 7e leerjaar, waarbij de toe komstige huismoeders al datgene wordt bijgebracht wat een goede huisvrouw dient te weten. Ook zal het schoolgebouw benut kunnen worden voor het geven van cursussen in han denarbeid voor mannen. Er is haast bij dit voorstel. Dan kan het nog in de begrooting van onderwijs van 1947 worden verwerkt. De Minister en de Inspecteur gaan er in beginsel mede accoord. Later zal nog een begrooting van de kosten worden overlegd. Enkele cijfers kan Spr. thans al wel geven. De heer JONGBLOED kan het toejuichen, dat voor het Westeinde veel wordt gedaan, maar hij vindt het voorstel ook wel erg sober gehouden. Heeft men wellicht op dit ge bied een uitvinding gedaan om deze voorlichting onder het Nijverheidsonderwijs te rangschikken, ten einde de staatskas er in te betrekken, vraagt Spr. Hij zou gaarne eerst nog na dere inlichtingen willen hebben. Het is nu wel zoo dat het nog slechts gaat om een bereidverklaring maar, volgens Spr., moet men zich toch nu reeds rekenschap geven van het gewicht van de zaak. Wordt dit niet het opleiden van huis vrouwen ten koste van de overheid Hij zou het voorstel gaarne willen aanhouden tot de volgende vergadering, zulk een haast is er niet bij. Men kan toch nog niet bouwen. De VOORZITTER merkt op, dat er niet gebouwd behoeft te worden. Er is reeds een houten loods met 3 lokalen, waar in reeds cursussen worden gegeven. Het gaat hier niet om het opleiden van huisvrouwen, die al huisvrouw zijn, maar om het opleiden van jeugdige personen. Het is dus wel dege lijk huishoudonderwijs in den zin der wet.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 320