L! f /y
322 14 SEPTEMBER 1946.
2. De heer BRINKERHOF merkt op, dat velen in deze
gemeente tegenwoordig de openbare straat in beslag nemen
om hun bedrijf uit te oefenen. In de Dillenburgstraat heeft dit
ertoe geleid, dat onlangs iemand bijna is overreden, terwijl
in de Valkenierslaan tengevolge van dat euvel de grond
zoodanig wordt doordrenkt met petroleum, dat de boomen
sterven. Spr. verzoekt de Politie daarop te doen letten.
De VOORZITTER zegt, dat het door den heer Brin
kerhof gesignaleerde euvel ook zijn aandacht getrokken
heeft.Het vindt zijn oorzaak in het gebrek aan ruimte in vele
panden. Het is niettemin gevaarlijk. Spr. zal er op doen letten.
De heer KAMPHUIJS wijst er op, dat ook een handelaar
in groenten en fruit in de Emmastraat geregeld beslag legt
op gedeelten van die straat en van den Academiesingel voor
de uitoefening van zijn bedrijf.
3. De heer KRAMERS heeft vernomen, dat de Gemeente
haar personeel in de gelegenheid heeft gesteld bruinkool te
betrekken. Spr. vindt dit niet juist de Gemeente moet niet
op het gebied van den handel treden.
De VOORZITTER is van meening, dat, als de Gemeente
in de eerste plaats voor het Burgerlijk Armbestuur heeft ge
zorgd, er dan geen bezwaar tegen kan zijn, dat zij ook haar
personeel ervan voorziet het betreft hier een vrij artikel.
De heer KRAMERS vraagt, waarom het niet fei den han
del wordt gcbractyf
De VOORZITTER gelooft niet, dat het via den handel
kan worden betrokken. De Gemeente begeeft zich niet op
het gebied van den handel.
De heer VAN DER KLEIJ zegt, dat bruinkool wel dege
lijk in den handel verkrijgbaar is.