26 FEBRUARI 1946.
33
D 68, om bij het geven van straatnamen aandacht te wijden
aan de namen van hen, die in de verzetsbeweging hun
leven voor het vaderland gaven (Bijlagen 1946, no. 28).
De heer LAUREY zegt het volgende:
„De èènigste opmerking waarmee ik mij kan vereenigen in
„Uw uitgebreid prae-advies over het al dan niet aanhouden
„van den naam Mr. .Dr. Frederiksstraat .rondom diens ont
„slagkwestie, is deze:
„dat de gemeente trouwens volkomen buiten staat is in
„dezen een eigen oordeel te vormen
„Maar, Mijnheer de Voorzitter, waar Uw college vlak daar-
„vóór over dat ontslag Uwe zienswijze kenbaar maakt, daar is
„het naar mijn meening ook geoorloofd, daarover z ij n ziens-
„wijze kenbaar te maken.
„Inderdaad is het volkomen waar, dat door den Minister
„is geconstateerd, dat aan den trouw aan Koningin en Vader-
„land van Mr. Frederiks niet valt te twijfelen. En het is ook
„volkomen juist, dat het ontslag „eervol" is verleend.
„Maar het is óók waar, dat:
,,le. het ontslag ongevraagd is verleend:
,,2e. dat de gebruikelijke formulen bij eervolle ontslagen, lui
„dende:
„onder dankbetuiging voor de vele en gewichtige diensten den
„lande bewezen" achterwege is gebleven en
,,3e. moet toch uit het ontslag de conclusie getrokken worden
„dat dit niet is gegeven wegens zijn fiere of vaderlandsche
„houding tijdens de bezetting.
„Daarmee is allerminst gezegd, dat Mr. Frederiks een „eer-
„looze" zou zijn, welk zwaargeschut woord in Uw prae-advies
„voorkomt.
„Het gaat hier om de vraag, welke blijkens de bewoordin
gen van Uw prae-advies in Breda levendig is, of de naam
„van dezen Secr. Generaal, welke de straat draagt, al dan niet
„behouden moet worden.
„Uw college meent van wèl; ik ben echter van tegenoverge
stelde meening en wel eerstens ten respecte van Mr. Fre-
