342
15 OCTOBER 1946.
Houten, terwijl 2 stembiljetten blanco blijken te zijn inge
leverd.
Zoodat de heer A. M a b e 1 i s is gekozen tot
wethouder der Gemeente.
De VOORZITTER vraagt, of de heer Mabelis deze
benoeming aanvaardt,
De heer MABELIS wil uitdrukking geven aan zijn teleur
stelling, dat de twee grootste fracties in dezen Raad niet tot
overeenstemming zijn kunnen komen. Nu deze last op zijn
schouders is gelegd, wil hij zich niet daaraan onttrekken.
Spr. hoopt, dat hem de kracht gegeven zal worden om nog
iets goeds voor Breda te mogen doen. Hij aanvaardt de be
noeming.
Op uitnoodiging van den Voorzitter, neemt de heer Ma
belis daarop aan de college-tafel plaats.
De heer VAN HOUTEN voelt er behoefte aan, iets te
zeggen, omdat zijn naam den laatsten tijd nog als eens over
de tong is gegaan. Spr. zal zich over alle argumenten, die
tegen zijn verkiezing zijn aangevoerd, niet uitlaten. Hij zal
niet treden in de capaciteiten-kwestie hij is daar te be
scheiden voor en evenmin zal hij ingaan op de bewering,
dat hij voor het wethouderschap de noodige tact mist, waar
voor als voorbeeld de zuiveringskwestie moet dienen. Spr.
zit hier sinds 1927. De S.D.A.P.-fractie telde toen 7 leden op
de 27 raadsleden en was dus toen reeds een belangrijke min
derheidsgroep. Spr. heeft sindsdien zes wethoudersverkiezin
gen medegemaakt en heeft daarbij de mentaliteit van de hee-
ren der R.K.-fractie leeren kennen. Bij al die verkiezingen
de Bredasche Courant heeft het al in 1931 gezegd werden
de kleine fracties door de R.K.-fractie buiten de besprekin
gen gelaten en stond al te voren vast, wie wethouder zouden
worden. Dit is ook nu nog van toepassing. Zooals gezegd,
is Spr. van de zijde der K.V.P. verweten, dat hij niet de
noodige tact bezit. Spr. wil die aantijging terugwerpen op de