15 OCTOBER 1946. 343 handelwijze van den heer M e ij s c.s., welke van weinig tact getuigt. Op gevaar af van den heer Struijcken, evenals in 1939, te hooren te krijgen, dat het geen goede gewoonte is de preliminaire besprekingen der fracties in de raadsver gadering openbaar te maken, zal Spr. daaromtrent ook nu weer onthullingen doen omdat deze getuigen van den minder goeden tact van den heer M e ij s c.s. In Spr.'s fractie was men overeengekomen, dat als men vóór 20 Augustus j.l. niets van de fractie der K.V.P. had vernomen, men haar schrifte lijk zou verzoeken om tezamen met de Protestantsch Christe lijke Groep, den heer deRüiteren den heer Sprangers een bespreking met haar te mogen hebben over de wethou dersverkiezing. De K.V.P. heeft de enkelingen echter van die bespreking uitgesloten. Van overleg is daarbij ook geen sprake geweest. Door den heer M e ij s werd gezegd, dat zijn fractie had besloten drie harer leden voor het wethouder schap aan te wijzen wie dit waren, zou de Partij van den Arbeid wel niet interesseeren de vierde wethouderszetel stond zij af aan de Partij van den Arbeid, doch de bekleeder daarvan, zou de heer Van Houten niet zijn. Uit een en ander blijkt, dat de R.K.-fractie nog altijd op het standpunt staat, dat macht recht is, en uit dien hoofde tracht anderen haar wil op te leggen. Spr. en zijn fractiegenooten zouden er niet aan denken, in de interne aangelegenheden van een andere fractie in te grijpen. De Partij van den Arbeid kan een zoodanig ingrijpen van de K.V.P.-fractie in haar aange legenheden niet dulden. Hierbij is het echter niet gebleven. Het Dagblad ,,De Stem" heeft ook een stem in het kapittel het schreef, dat de Partij van den Arbeid in Amsterdam het zelfde had gedaan als de heer M e ij s c.s. hier. Spr. noodigt den heer M e ij s uit, eens aan den heer Steinmetz, den secretaris der K.V.P. te Amsterdam, te schrijven en hem te vragen, wat daar precies gaande is geweest. De heer M e ij s zal dan vernemen, dat er een hemelsbreed verschil is tus- schen hét gebeurde te Amsterdam en hetgeen hier is geschied. Na aanvankelijk een geschil over de zetelverdeeling te heb ben gehad met de Communistische fractie, stelde de Partij van den Arbeid te Amsterdam zich ten aanzien van de ver-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 343