15 OCTOBER 1946. 357 De heer JONGBLOED merkt op, dat dit niet klopt met het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Volgens dit voorstel immers zouden de schooltandartsen voortaan alleen maar adviezen geven. De VOORZITTER zegt, dat men zich alleen nü daartoe zal beperken. Men moet even bezien, of er in verband met de ziekenfondsen nog behoefte is aan tandheelkundige hulp door den schooltandarts. Wethouder ROMSOM verklaart, dat de ziekenfondsen bereid zijn de vrijkomende gelden terug te geven, ten einde een goed functioneerenden schooltandartsendienst te bevor deren. Daarop wordt het voorstel van Burgemeester en Wethouders zonder hoofdelijke stemming aange nomen met de toevoeging, dat het aantal school tandartsen door den Raad zal worden bepaald. 28. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot toe kenning van pensioen aan de voormalige wethouders J. N. Kroone en Mr. E. L. H. M. v a n Mierlo (Bijlagen 1946, no. 163). De heer SPRANGERS vraagt, of de heer Kroone, niet evenals de heer Van Mierlo eerst om toekenning van pensioen moet vragen. Het kan nu zijn, dat de heer Kroone in verband met den berooiden toestand van de Gemeentekas geen pensioen hebben wil. De VOORZITTER antwoordt, dat volgens de desbe treffende regeling ook ambtshalve pensioen kan worden toe gekend. Spr. weet, dat de heer Kroone wel degelijk voor toekenning van pensioen in aanmerking wenscht te komen. Zonder verdere opmerkingen wordt conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders be sloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 357