15 OCTOBER 1946. 359 hebben van een grooten tuin ten opzichte van een groot ge- v zin zeer opvoedend kan werken. Hij raadt ten sterkste af, het binnenterrein te bestemmen voor industrieele doeleinden. Ook een kinderspeelplaats tusschen de huizen is verschrik kelijk. Spr. stelt dan ook voor, het verzoek van de R. K. Bouwvereeniging in te willigen en haar het binnenterrein te verkoopen. De heer VAN GOOL zegt, dat het verzoek van de R.K. Bouwvereeniging is gebaseerd op een beslissing van den Raad der voormalige gemeente Ginneken. Tengevolge van de annexatie van Ginneken zijn de wettelijke verplichtingen op de gemeente Breda komen te rusten. Spr. is van meening, dat Burgemeester en Wethouders niet eigenmachtig die over eenkomst kunnen veranderen. Hij stelt daarom voor, bedoel de overeenkomst te handhaven. De heer TEN HOLDER merkt op, dat deze kwestie in twee punten uiteenvalt, welke niet onder één visie zijn te brengen. In de eerste plaats de grootte van den te verkoopen grond. De Bouwvereeniging vraagt, haar nu meer grond per woning te verkoopen dan vroeger. Zij kan zich derhalve niet beroepen op de destijds met de gemeente Ginneken en Bavel gesloten overeenkomst. Als Burgemeester en Wethouders het binnenterrein willen aanwenden voor het vestigen van een industrie, dan is Spr. daartegen. Overigens kan hij zich op dit punt met de zienswijze van Burgemeester en Wethouders vereenigen. Het tweede punt betreft de vraag, wie de kosten van straataanleg en rioleering moet betalen. Burgemeester en Wethouders, die zich overigen:- aan de door Ginneken ge nomen besluiten hebben gehouden, doen zulks alleen niet met betrekking tot de kosten van straataanleg zij zeggen in hun prae-advies, dat hun uit niets is gebleken, dat deze verplich ting (n.l. die kosten voor rekening der gemeente te nemen) inderdaad door Ginneken is aanvaard. Ginneken heeft dit wel degelijk gedaan, Breda is thans moreel verplicht dit te doen. Wat het tweede punt aangaat, kan Spr. zich dus niet met het standpunt van Burgemeester en Wethouders ver eenigen. ,1111

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 359