26 FEBRUARI 1946. 35 200 beroepsofficieren niet meer in het leger terug wil ten gevolge van hunne gedragingen tijdens de bezetting, dan be- weert die Minister geenszins, dat aan die bepaalde officieren „het officiersschap wordt ontnomen, omdat zij eerloos zijn, „maar dan kan de Minister niet anders bedoelen dan dat deze „officieren niet langer waardig worden geacht den naam en „de functie van officier te dragen, resp. uit te oefenen. De „Minister neemt hen als het ware hun eerbewijs af zonder ,meer„ ,En datzelfde doet het gemeentebestuur, dat de hier bespro- „ken straatnaam intrekt. „De gemeente verklaart daarmede, dat ook z ij den drager ,,van den naam der bewuste straat niet langer dat eerbewijs „wenscht toe te kennen, „Ook Dr. Mengelberg is, voor zoover mij bekend, trouw aan „Koningin en vaderland gebleven; dezen begaafden musicus „wordt ten laste gelegd, dat hij voor de moffen heeft gespeeld „maar ofschoon Mengelberg daardoor alleen evenmin een eer- „looze is geworden, heeft het Utrechtsche gemeentebestuur „toch ook onmiddellijk een naar dezen musicus genoemde „straat ingetrokken, omdat dat gemeentebestuur en m.i. t e- „recht van oordeel was, dat Mengelberg zulk een eer, ten- „gevolge van zijn gedragingen tijdens de bezetting, niet lange, „waardig is. „Als het Bred, gemeentebestuur dat met de Mr. Dr. Frede „riksstraat eveneens doet, dan maakt het daarmede geen uit zonderlijke figuur, doch stelt het zich op het standpunt niet „alleen dat het oude (van vóór den oorlog) heeft afgedaan er. „nooit meer terug komt, maar tevens dat men den moed heef' „om wat in dien ouden tijd goed en redelijk was, in dezen „nieuwen tijd ook weer in te trekken als er gegronde redenen „voor bestaan. „En naar mijn meening zijn deze in het onderhavige geval „ten volle aanwezig. Dit wat betreft de Mr. Dr. Frederiks- straat. „Ten aanzien van Uw verder prae-advies op het adres der „oud-illegalen, waaruit ik tevens een antwoord distilleer op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 35