15 OCTOBER 1946.
361
belangen ook moreele belangen te behartigen zijn. In de eer
ste plaats moet de wet geëerbiedigd worden.
De heer VAN HOUTEN merkt op, dat hij door den heer
Van Gooi een opposant is genoemd. Spr. heeft echter
nog nooit Burgemeester en Wethouders verweten, dat zij de
wet niet eerbiedigen.
De heer JONGBLOED geeft in overweging, de verdere
behandeling van dit punt aan te houden en de zaak nog eens
met de Bouwvereeniging te bespreken. Als deze er geen na
deel bij heeft, is er voor het standpunt van Burgemeester en
Wethouders veel te zeggen.
i
De heer VAN GOOL kan zich daarmede vereenigen en
trekt zijn voorstel in.
Daarop wordt besloten de verdere behandeling
van dit punt aap te houden tot een volgende ver
gadering.
31. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot het
verleenen van een crediet voor straataanleg en rioleering in
verband met woningbouw bij de Overakkerstraat (Bijlagen
1946, no. 180).
De VOORZITTER merkt op, dat, ondanks de aanhouding
van het vorige punt, de beschikbaarstelling van dit crediet
kan doorgaan. Later zal dan worden uitgemaakt te wiens
laste de kosten van straataanleg en rioleering komen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
32. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot het
verleenen van een crediet voor het planten van boomen in
diverse straten, pleinen en singels (Bijlagen 1946, no. 160).
y
De heer JONGBLOED vraagt, of het niet mogelijk is ook