364 15 OCTOBER 1946. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking te kennen gevende, wordt dienovereenkomstig besloten. 35. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot het toekennen van een subsidie aan de Stichting „Maatschappe lijk Werk ten plattelande" te oud-Princenhage (Bijlagen 1946, no. 153). De heer JONGBLOED acht de redactie van dit voorstel niet gelukkig. Er zullen 5 gezinsverzorgsters werkzaam zijn op kosten van verschillende instanties de tweede is altijd voor rekening van de gemeente Breda. Dit laatste kan zijns inziens moeilijkheden opleveren bij vacatures. Spr. zou daar om beter vinden, als de Gemeente 1/s in de kosten bijdroeg. De VOORZITTER deelt mede, dat deze regeling in over leg met het Departement van Landbouw is getroffen. Ge noemd Departement wil geen subsidie toekennen, als de Ge meente de tweede gezinsverzorgster niet voor haar rekening neemt. De getroffen regeling houdt den drang in zich om te zorgen voor aanstelling van een vijfde gezinsverzorgster, want gaat men daartoe niet over, dan betaalt het Departe ment er maar één. De heer JONGBLOED vraagt, of Burgemeester en Wet houders zijn denkbeeld nog eens in gedachten willen houden. De VOORZITTER antwoordt bevestigend. Den heer HEER lijkt het toe, dat men om de Stichting te stimuleeren zelf nog wat meer te doen de kosten beter pondspondsgewijze had kunnen verdeelen. Den VOORZITTER wil het voorkomen, dat er nog meer prikkel zou zijn, als de Gemeente de derde gezinsverzorgster betaalde.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 364