36 26 FEBRUARI 1946. „een aan mij soortgelijk tot Uw college gericht verzoek d.d. „25 Januari, nog dit: „Ik kan mij indenken, dat Uw college gezegd zou hebben, „dat aan het verzoek geen gevolg kan worden gegeven, omdat „b.v. nog zooveel namen van prominente personen voorrang „hebben, maar dat Uw college afwijzend op het verzoek advi seert, omdat: „door meerdere straten naar namen van verzetslieden te noe- „men afbreuk wordt gedaan aan de idee (van verzet), dat vorm „vond in den Paul Windhausenweg". „Ziet Mijnheer de Voorzitter, dat heeft mij stom verbaasd „doen staan en ik kan alleen bewondering hebben uit taalkun- „dig oogpunt voor den fijnen vorm, waarin deze keurige zin snede, van literair standpunt uit bezien, is gegoten. Dat is dan „ook alles. Doch in werkelijkheid lijkt mij de motiveering van „Uw college uiterst zwak en kan ik er slechts in zien een po- „ging om het verzoek maar niet au sérieux te nemen. „Ik zou in dit verband willen vragen, is aan wijlen Dr. van „Mierlo, Dr. Jan Ingen-Housz, Dr. van Campen, afbreuk in „den vorm van waardeering aan èèn of meerdere dezer man- „nen gedaan, omdat vanwege die waardeering straatnamen „naar hen zijn genoemd. En deze zelfde vr3ag geldt voor de „vroegere diverse Burgemeesters. „De gedachte alleen reeds, Mijnheer de Voorzitter, maak' „de veronderstelling belachelijk! „En ik kan U dan ook wel de verzekering geven, dat, als de „nobele figuur van Paul Windhausen deze Uwe motiveering „zou hebben gelezen, hij deze met één penseelstreek zou „hebben weggevaagd. „Trouwens, Mijnheer de Voorzitter, Paul Windhausen is „gevallen als een verzetsman bij uitnemendheid. En wat ik er: „de oud-illegalen vragen is, het eeren van onze gesneuvelde „Bredasche jongens, jongens die dus als militair gevallen zijn „derhalve tot een andere categorie van vaderlandslievende op offerende burgers behooren en tot hen behoort dan de door „mij genoemde jongeman Piet Avontuur en de door de illega- „len genoemde René Thijssen. „Wanneer aan. deze jonge helden de eer van een straat-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 36