15 OCTOBER 1946. 373 De heer SPRANGERS vraagt, of er een bijzondere reden is om aan de voorgestelde regeling terugwerkende kracht toe te kennen tot 1 Juli 1946. Wethouder ROMSOM antwoordt bevestigend men wil daarmede de gevallen opvangen, waarop Spr. zooeven doelde. De heer DE RUITER vraagt, of er voor de ambtenaren beroep openstaat op de beslissing van Burgemeester en Wet houders. Wethouder ROMSOM Neen, maar er is altijd nog de Commissie voor georganiseerd overleg, waarin dergelijke za ken ter sprake kunnen worden gebracht. De heer HEER merkt op, dat het tot nu toe gebruikelijk is geweest, in den Raad niet veel te debatteeren over voorstel len, die te voren door een raadscommissie zijn behandeld en waarmede deze zich accoord heeft verklaard. De heer VAN SWOL zegt, dat het toch het goed recht van de raadsleden is om in de vergadering opmerkingen te maken over de aan de orde zijnde voorstellen. De VOORZITTER bevestigt zulks. Zonder verdere bedenkingen wordt overeenkom stig het voorstel van Burgemeester en Wethou ders besloten. 45. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot aan koop van gronden in het uitbreidingsplan-Liniestraat (Bij lagen 1946, no. 183). Niemand der leden hiertegen eenige bedenking te kennen gevende, wordt dienovereenkomstig be sloten. 46. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot aan koop van watermeters (Bijlagen 1946, no. 184). Zonder eenige bedenking wordt dienovereenkom stig besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 373