15 OCTOBER 1946.
375
belangrijke circulaire van de Gedeputeerde Staten, d.d. 8
October 1946, G. no. 766, betreffende het optreden van de
nieuwe gemeenteraden. Gedeputeerde Staten stellen zich
daarin op het standpunt, dat, ingevolge het bepaalde in arti
kel 35 der Gemeentewet, de goedkeuring der geloofsbrieven
van de nieuw benoemde gemeenteraadsleden niet onherroe
pelijk is geworden, zoolang geen acht dagen zijn verloopen
nadat hun de beslissing omtrent de geloofsbrieven is medege
deeld in casu dus 8 dagen na 27 Augustus j.l. of wel op
5 September 1946 zoodat besluiten, genomen vóór 5 Sep
tember voor wat betreft hun geldigheid kunnen worden be
twist. In verband met het feit, dat hier reeds op 3 September
j.l. de eerste vergadering van den nieuwen gemeenteraad
heeft plaats gehad, stelt Spr. veiligheidshalve voor, alle be
sluiten, genomen in die vergadering, alsnog te bekrachtigen.
Zonder eenige bedenking wordt daartoe besloten.
Wethouder STRUIJCKEN heeft nog een voorstel van
Burgemeester en Wethouders, hetwelk hij gaarne nog in de
ze vergadering zou zien behandeld. Het betreft het verleenen
van een crediet voor uitbreidingswerkzaamheden aan het
Waterleidingbedrijf. Spr. brengt dit voorstel voorwaardelijk
ter tafel er zal nog in de eerstvolgende vergadering een
schriftelijke toelichting op worden gegeven. De Gascommis-
sie heeft zich met het voorstel accoord verklaard. De werk
zaamheden bestaan in het uitbreiden van de pomp-installatie
te Dorst, waarmede een bedrag van 14.500.zal zijn ge
moeid, en een spoedige uitbreiding van het aantal bronnen
er zullen maximaal 5 diepe bronnen bijkomen. Dit laatste zal
een bedrag van circa 110.000,vorderen. Het is niet pret
tig zulk een groote uitgaaf te moeten doen, maar indien men
zulks naliet, zou de veiligheid van het bedrijf en daarmede
de regelmatige levering van het noodige water ernstig in
gevaar worden gebracht. In verband met de moeilijke mate-
rialenpositie, zou bij langer wachten de kans, welke zich nu
voordoet om aan de noodige materialen te komen, verkeken
kunnen zijn. Daarom verzoekt Spr. den Raad het benoodigde
crediet ad 124.500,'— te willen verleenen.