15 OCTOBER 1946.
377
„werkzaamheden aan de Haagpoortbrug ontvangen. Op na-
„vraag werd ons medegedeeld, dat Ged. Staten, alvorens
„een beslissing te nemen, het advies afwachten van den
„Hoofdingenieur van den Prov. Waterstaat. In verband met
„het vergevorderd seizoen is het echter thans niet meer mo
gelijk ook al wordt spoedig een gunstige beslissing ge-
nomen dit jaar nog de herstelwerkzaamheden uit te voe-
„ren. Hiermede dient thans gewacht te worden tot het a.s.
voorjaar".
RONDVRAAG.
1. De heer HEER vraagt, of er een verzoek van de Ar
beiders Jeugd-Centrale te Breda, om toekenning van subsi
die uit de gemeentekas, is ingekomen.
De VOORZITTER antwoordt bevestigend. De A.J.C. is
geadviseerd om eerst te informeeren bij de landelijke organi
satie naar haar aandeel in de Rijkssubsidie.
De heer HEER vindt het niet juist, dat een tot den Raad
gericht verzoek, buiten dat college om, door Burgemeester
en Wethouders wordt afgedaan.
De VOORZITTER zegt, dat, als het verzoek inderdaad
tot den Raad is gericht, de heer Heer nog wel van de
zaak hooren zal.
2. De heer VAN DEN EEDEN verzoekt eenige verlich
ting aan te brengen in de P. C. Hooftstraat,
De VOORZITTER zal daaromtrent het advies van het
betrokken bedrijf inwinnen.
3. De heer VAN DEN EEDEN dringt aan op het aan
brengen van een afrastering bij de Verlaatbrug met het oog
op het te water geraken van spelende kinderen.