26 FEBRUARI 1946. 37 „naam zou worden gegeven, dan zal niemand ter wereld kun- ,,nen beweren, dat daardoor afbreuk wordt gedaan aan de „idee van verzet, dat volgens Uw college vorm vond in den „Paul Windhausenweg. „Dergelijke straatnamen zullen ongetwijfeld voor onze in- „woners een diepere beteekenis hebben dan b.v. „de Jan Klaassenstraat de Cimburgalaan de Dwars- „kootschestraat e.d„ waarvan niemand de beteekenis weet of „kent. „Derhalve wil ik den Raad dan ook voorstellen te beslui- „ten: „le. den naam „Mr. Dr. Frederiksstraat" te laten vervallen: ,,2e. deze straat te noemen naar den gesneuvelden Bredaschen „jongen Piet Avontuur. De heer VAN HOUTEN zal over deze aangelegenheid niet veel zeggen, ten einde geen afbreuk te doen aan het uitmuntende betoog van den heer L a u r e y, waarmede hij het volkomen eens is. Spr. zal het voorstel van den heer Laurey van harte steunen. De VOORZITTER wijst er op, dat na het tot stand komen van de vorige grenswijziging in 1927 een straat is genoemd naar den toenmaligen Minister van Binnenlandsche Zaken, Mr. Kan. Ook toen was Ginneken tegen de grenswijziging gekant, doch ook toentertijd is dit geen beletsel geweest om een straat te noemen naar den functionaris, die het meest tot de totstandkoming der grens wijziging had bijgedragen. Nu is het Mr. Dr. Frederiks geweest naar wien een straat genoemd is. Die eer is hem niet te beurt gevallen als goed vaderlander, maar voor hetgeen hij gedaan heeft voor groot-Breda. Wat hij in den bezettingstijd heeft gedaan, is niet van dien aard, dat men hem daarom die eer zou moeten ontnemen. Wat de tweede kwestie betreft, zegt Spr., dat Piet Avontuur en René Thijssen in 1945 met de wapens in de vuist zijn gevallen. Er zijn echter in de Meidagen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 37