15 NOVEMBER 1946
389
De VOORZITTER merkt op, dat men de Wethouders niet over één
kam kan scheren, aangezien hun werkzaamheden uiteenloopen. De
heer Romsom, die wethouder van Sociale Zaken is, heeft veel bureau
werk. Daarentegen is Wethouder Van Haperen uiteraard veel den
boer op. Wethouder Struijcken heeft veel conferenties op de bedrij
ven en Wethouder Mabelis, die de onderwijszaken en de financiën
behartigt, is weer meer op het Gemeentehuis aanwezig.
De heer SCHIJEN merkt op, dat de zaak dus eigenijk zóó staat: er
is een officieel spreekuur en verder kan men de Wethouders spreken
volgens afspraak.
De VOORZITTER antwoord bevestigend en zegt, dat er niets tegen
is, dat zulks gepubliceerd wordt.
Zonder verdere opmerkingen wordt het schrijven van Bur
gemeester en Wethouders daarop voor kennisgeving aange
nomen.
5. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, houdende nadere
.mededeeling omtrent wijziging van de „Algemeene Salarisverordening
Ambtenaren 1942" in verband met invoering van de functie „adjunct-
Directeur van het Openbaar Slachthuis" (Bijlagen 1946, no. 198).
De VOORZITTER merkt op, dat dit schrijven door de feiten is ach
terhaald; het komt derhalve te vervallen. Gedeputeerde Staten ach
ten invoering van den rang van adjunct-Directeur voor normale om
standigheden niet gemotiveerd. Zij gronden die meening o.a. op een
vergelijking met de bezetting van andere soortgelijke diensten in deze
provincie. Zij hebben den indruk gekregen, dat dê invoering van den
nieuwen rang slechts wordt voorgesteld, omdat voor een lager bezol
digde functie zich geen gegadigden melden. Het in de vorige vergade
ring genomen raadsbesluit ontmoet bij Ged. Staten mitsdien overwe
gend bezwaar. Wel zou kunnen worden overwogen aan den bestaanden
rang van veearts-keurmeester een toelage van b.v. f 500,- te verbinden.
Daartoe zou de Salarisverordening dienen te worden aangevuld met
een bepaling van den volgenden inhoud: „Aan den rang van veearts
keurmeester is een vaste toelage van f 500,- verbonden. Deze bepaling
vervalt op 1 Januari 1948 met dien verstaande, dat de dan aanwezige
functionaris in het genot dier toelage bijft".
Spr. stelt namens Burgemeester en Wethouders voor, dienovereen
komstig te besluiten.
De heer BRINKERHOF vreest, dat men er toch niet in zal slagen
een gegadigde voor den rang van veearts-keurmeester te vinden, om
dat de 'toelage niet bij het vaststellen van den pensioengrondslag mee
telt.
De VOORZITTER deelt mede, dat de candidaat, die men, voor de
functie van adjunct-Directeur op het oog had, toch komt.
Wethouder VAN HAPEREN merkt op, dat, hoewel de thans voorge
stelde regeling duurder kost dan de aanvankelijk voorgestelde, Gede
puteerde Staten eerstgenoemde wel goedkeuren.