26 FEBRUARI 1946.
39
De VOORZITTER zegt nogmaals, dat de namen van
alle Bredasche gevallenen op het oorlogsmonument zullen
worden gegrift. Waarom zou men er nu één of twee uit
nemen voor straatnamen?
De heer HEER lijkt het toe, dat men niet genoeg heeft
doen uitkomen, dat het geven van den naam van een der
gevallen verzetslieden aan een straat als symbool is bedoeld
Het gaat niet om de namen van Piet Avontuur en
René Thijssen. Spr. wil daarom het kiezen van den
naam aan Burgemeester en Wethouders overlaten.
De heer LAUREY gaat er mede accoord, als Burgemeester
en Wethouders het 2e deel van zijn voorstel eens willen
bekijken.
De VOORZITTER verklaart zich namens Burgemeester
en Wethouders hiertoe bereid.
De heer LAUREY trekt daarop het tweede deel van
zijn voorstel in.
De VOORZITTER zal nu het eerste deel van het
voorstel van den heer L a u r e y, namelijk om den naam
„Mr. Dr. Frederiksstraat" te laten vervallen, in stemming
brengen.
De heer OOMENS wil nog even opmerken, dat men
hierbij aan een logischen gedachtengang moet vasthouden.
Mr. Dr. Frederiks is indertijd geëerd om wat hij
gedaan heeft voor de totstandkoming van groot-Breda.
Zijn eervol ontslag is hem om utiliteitsredenen gegeven.
Voor Breda is er derhalve geen aanleiding om hem te
desavoueeren. Mr. Dr. Frederiks en Dr. W i 11 e m
Mengelberg zijn op dit punt niet te vergelijken. Dit
zal ieder moeten toegeven, die de brochure van Mr. Dr.
Frederiks ,,Op de bres" met aandacht heeft gelezen.