1
15 NOVEMBER 1946
407
De heer JONGBLOED is het met den Voorzitter eens, dat de hout
handelaren de schuldigen zijn. Spr. blijft het echter niet juist vinden,
dat er geen waarborgsom is geëischt. Ook gelooft hij niet, dat de
Commissie van toezicht heelemaal vrijuit gaat; zij heeft zich te ge
makkelijk van haar taak afgemaakt. Spr. herhaalt zijn zooeven ge
dane vraag, of de Gemeente door de handelwijze der houthandelaren
schade heeft geleden. Spr. gelooft,, dat de uitslag van het proces
dubieus zal zijn. Hij maant B. en W. aan, in het vervolg in zulke ge
vallen voorzichtiger te zijn.
Wethouder STRUIJCKEN deelt nog mede, dat de brandhouthande
laren het verkeerd vonden, dat de Gemeente zelf het hout distribu
eerde. Zij wilden daarom ingeschakeld worden. Een bepaald quantum
moest worden geleverd. Deden zij dit niet, dan verbeurden zij een
boete van f 1000,per man. De Commissie van toezicht had ten doel
er op toe te zienj, dat de levering van het vastgestelde quantum bin
nen den bepaalden termijn zou plaats hebben en voornamelijk, dat
de verdeeling goed zou verloopen en de bonnen op de goede plaats
kwamen. De Commissie ging echter verder dan haar eigenlijke taak
toen zij vermoedde, dat de handelaren hout naar elders vervoerden.
De commissie kon daartegen niets doen en ook de politie niet.
Immers de handelaren voldeden nog aan hun verplichtingen; zij
konden zeggen, dat zij het hout nog zouden leveren. Het was daaren
boven hun eigen hout, daar de Gemeente slechts bemiddeld had voor
de aanwijzing van bepaalde perceelen, waaruit zij de overeengekomen
leveranties moesten doen. Aanvankelijk waren er 30 handelaren,
doch ten slotte zijn er maar 6 uit de bus gekomen, die de distributie
op die voorwaarden ter hand wilden nemen. De Commissie verdient
dan ook geen verwijt. Deze heeft meer gedaan dan haar als taak was
toegewezen.
De heer HEER merkt op, dat de Commissie er toch de lucht van
gekregen had, dat er onregelmatigheden plaats hadden; zij wist dit
niet alleen bij geruchte, maar ook doordat een van de houthandela
ren met zijn wagen was aangehouden door de politie.
Wethouder STRUIJCKEN: Dit zegt op zich niets. Als zij het vast
gestelde quantum maar afleverden, waren zij gedekt. De Commissie
noch de politie ken hiertegen iets doen.
De VOORZITTER zegt, dat B. en W. nog het rechtskundig advies
van den stadsadvocaat zullen inwinnen alvorens het rechtsgeding
aanhangig te maken. Als de zaak voor den rechter komt, dan wordt
zij goed uitgezocht. De Gemeente heeft geen schade geleden.
De heer LAUREIJ vraagt, of er dan nog geen rechtskundig advies
is ingewonnen.
De VOORZITTER: Mondeling wel, maar wij zullen het nu nog
schriftelijk doen.
Daarop wordt conform het voorstel van B. en W. besloten.
36. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot goedkeuring van
het wederopbouwplan Mr. Dr. Frederiksstraat/Markendaalscheweg
(Bijlagen 1946, no. 216).
De VOORZITTER deelt mede, dat dit voorstel in de volgende ver
gadering zal worden behandeld.