408 15 NOVEMBER 1946 De heer DE RUITER merkt op, dat het perceel van een der eige naren door ruiling van grond nu aan den openbaren weg zal komen te liggen, waardoor het in waarde zal vermeerderen. Spr. vraagt, of dientengevolge verrekening zal plaats hebben. De VOORZITTER antwoordt bevestigend. Daarop wordt de verdere behandeling van dit punt aangehouden tot de volgende vergadering. 37. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van de eerste wijzigingsverordening op de Algemeene Politieverordening voor de gemeente Breda 1945 (Bijlagen 1946, no. 177). De heer JONGBLOED merkt op, dat de voornaamste wijzigingen, welke in de Politieverordening worden voorgesteld, betreffen het dansen, het zwemmen, de uitleenbibliotheken en het aanplakken. Het overtreden van het plakverbod heeft vooral plaats in verkiezingstijd. Spr. zou daarom B. en W. willen verzoeken, tegen het houden van verkiezingen speciale plaatsen voor het aanplakken van verkiezings reclames aan te wijzen. Als zij die toezegging willen doen, kan Spr. met de voorgestelde bepalingen betreffende het plakverbod accoord gaan. Met de voorgestelde bepalingen met betrekking tot het dansen kan Spr. zich vereenigen, nu de commissaris van Politie heeft verklaard, die bepalingen soepel te zullen toepassen, zoodat buurtfeestjes kunnen worden georganiseerd. Het gemengd zwemmen in zweminrichtingen was al verboden; het wordt nu uitgebreid met een verbod tot het zwemmen in het open baar en op plaatsen, die van openbare plaatsen of wegen zichtbaar zijn. Spr. dringt er bij B. en W. op aan, ernstig te overwegen om binnen korten tijd gelegenheid te geven op bepaalde plaatsen en uren gemengd te zwemmen, ten gerieve van andere bevolkingsgroe pen, die geen bezwaar tegen gemengd zwemmen hebben.. Het is na melijk een ernstig bezwaar, dat hier in de zomermaanden nergens familiebad is. Met de bepalingen betreffende de uitleenbibliotheken gaat Spr. accoord met één reserve en wel deze, dat eerst een bepaalde instan tie wordt gehoord alvorens een beslissing in die gevallen wordt ge nomen. Het eenige goede middel om daartoe te geraken acht Spr. de instelling van een commissie van toezicht, waarin o.m. zitting hebben de directeuren van de beide openbare leeszalen en bibliotheken in deze gemeente. De heer DIRVEN wijst op het verbod om varkens te houden. De kleine man heeft er veel moeite voor moeten doen om een varken te krijgen. Spr. zou het erg jammer vinden, als deze door de voorge stelde verbodsbepaling werd belemmerd een varken te houden. Spr. verzoekt daarom een clemente toepassing van deze bepaling. De heer VAN DER KLEIJ heeft ernstig bezwaar tegen de bepaling betreffende het houden van postduiven. Verschillende duivenliefheb- bers hebben in den bezettingstijd in de gevangenis gezeten omdat zij hun duiven niet hadden ingeleverd. De heer MEIJS merkt op, dat er verschillende zwemgelegenheden in de directe omgeving van Breda zijn o.a. de Warande waar op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 408