26 FEBRUARI 1946. 41 politie 2e klasse in tijdelijken dienst (Bijlagen 1946, no. 6). Den heer LOONEN lijkt het beter, als dit onderzoek vóór de tijdelijke aanstelling der agenten had plaats gehad. Voorts was het gewenscht geweest, dat dit voorstel den Raad had bereikt vóór het onderzoek. Nu wordt deze voor een .fait accompli" gesteld. De heer WINKELHAGE had het ook beter gevonden, als het onderzoek aan de tijdelijke aanstelling was vooraf gegaan. De VOORZITTER geeft dit toe, maar de agenten in kwestie zijn indertijd in groote haast aangenomen moeten worden Daarbij kwam, dat de leider van het Buceau voor Psycho-technisch Onderzoek, Ir. Kolkman, toen buiten de stad verbleef. Al was het inderdaad beter geweest, dat het onderzoek vóór de aanstelling had plaats gehad, werd het toch nog van groot nut gevonden dit alsnog te doen geschieden. De heer WINKELHAGE vraagt, of de mogelijkheid bestaat, dat er van deze agenten nog worden ontslagen. De VOORZITTER antwoordt, dat ditinderdaad mogelijk is, maar niet uitsluitend op gror.d van den uitslag van het psycho-technisch onderzoek. Dit is slechts een hulpmiddel ter beoordeeling van de geschiktheid voor politie-agent. Zonder verdere bedenkingen wordt daarop conform het voorstel van Burgemeester en Wet houders besloten. 21. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot beschikbaarstelling van een crediet voor het verbeteren van het rijwielpad aan den Tramsingel (Bijlagen 1946, no. 12). De heer COLEN BRAN DER zegt, dat de toestand aan den Tramsingel tengevolge van het zware verkeer in den

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 41