ONTWERP
10 DECEMBER 1946
(Voortzetting)
Tegenwoordig: de heeren J. D. F. BRINKERHOF, D. J. A.
KRAMERS, M. A. VAN GOOL, N. A. P. VAN DER KLEY, J. M. VAN
BIJNEN, A. J. J. VAN GILS, A. LABAN, J. J. KAMPHUIJS, A. M.
VAN OOSTERHOUT, H. J. VAN HOUTEN, A. W. VAN DER MEU-
LEN, C. J. LAUREY, M. A. BEEKERS, J. A. MEIJS, H. J. C. COSIJN,
H. A. SPRANGERS, F. P. VAN DE NOORT, J. H. A. ROOVERS, C.
DE RUITER, C. VAN DEN EEDEN, Mr. A. A. M. STRUIJCKEN, A.
C. A. BREKELMANS, A. MABELIS, A. P. ROMSOM, A. VAN HAPE
REN, A. C. B. VAN ARENDONK, C. A. H. VAN SWOL, R. HEER,
N. G. E. MEIJERS, J. J. M. ten HOLDER, A. JONGBLOED, O. G. E.
M. VERHAAK, L. JONKER en J. J. VAN OIJEN.
Afwezig: de heeren A. C. DIRVEN, Ir. J. M. SCHIJEN en J. VER
SCHUREN.
Voorzitter: de heer B. W. Th. VAN SLOBBE, burgemeester.
Secretaris: de heer Mr. Ph. I. E. VAN WOENSEL.
De VOORZITTER heropent de vergadering en stelt aan de orde de
voortzetting van de behandeling der gemeente-begrooting voor het
dienstjaar 1947. Nu de algemeene beschouwingen hedenmiddag zijn
beëindigd, behoort thans te worden aangevangen met de behandeling
van de zgn. bijbegrootingen.
POLITIE.
De heer BRINKERHOF merkt op, dat de meester-geweermaker
geen volle dagtaak heeft. Bovendien is hem bij informatie gebleken,
dat het iemand is, die in den bezettingstijd altijd met een geweer
geloopen heeft. Spr. heeft hem toen vaak gezien en hem geschuwd
als een N.S.B.'er. Nu loopt hij nog steeds met een geweer. Alleen
met het eens per maand nazien van de 150 pistolen van het politie
personeel die bovendien nog nieuw zijn kan deze man zijn dag
niet vullen. Zijn jaarwedde komt Spr. daarom vrij hoog voor. Spr.
geeft B. en W. daarom in overweging, die wedde nog eens te bezien.
De VOORZITTER zegt, dat de man in kwestie inderdaad gedurende
den bezettingstijd met een geweer geloopen heeft. Dit was echter om
in opdracht van de Gemeente schadelijk gevogelte te schieten; hij
was min of meer bij de politie ingelijfd.