10 DECEMBER 1946
451
De heer KAMPHUIJS zegt, dat de winkeliers over een onlangs ge
troffen regeling zeer ontevreden waren. De Directeur schreef echter
aan de pers, dat de maatregel uitstekend voldeed en dit bericht kwam
in de bladen.
De VOORZITTER merkt op, dat bedoelde maatregel thans is inge
trokken.
De heer KAMPHUIJS gelooft niet, dat de Directeur voor zijn taak
geschikt is; er zijn veel. klachten over hem.
De VOORZITTER komt daartegen op. Aan een directeur van den
Distributiedienst worden bijzondere eischen gesteld. Deze functionaris
heeft getoond capaciteiten te bezitten, maar al was hij de meest ge
schikte man op deze plaats, dan nog zouden klachten niet uitblijven.
De heer KAMPHUIJS: Maar, hier wordt veel geklaagd over den
Distributiedienst.
De VOORZITTER zegt, dat er in den laatsten tijd 5 a 7 distributie
ambtenaren verwijderd zijn. Het is uiterst moeilijk het geknoei, dat
buiten den Directeur omgaat, te achterhalen.
De heer HEER zegt, dat allen het er wel over eens zullen zijn, dat
de Directeur niet voldoende capaciteiten bezit voor het goed vervul
len van zijn functie. Er zijn niet weieens klachten, maar het regent
klachten en niet alleen in den laatsten tijd, maar reeds vanaf de op
richting van den Distributiedienst. Nu kan men zeggen: „Klachten
zijn er altijd," maar hier zijn zij steekhoudend; ook onder de ambte
naren van den Distributiedienst leven zij. Er klopt iets niet in de
organisatie. Nooit zijn de maatregelen tijdig gereed. Het publiek moet
soms uren wachten vóór het geholpen wordt. De ambtenaren worden
niet voldoende geïnstrueerd. De Directeur heeft zijn zaken niet vol
doende onder den knie.
De VOORZITTER antwoordt, dat alles van bovenaf wordt voorge
schreven. De Directeur treft daarover geen blaam. Spr. zal de zaak
nog eens bespreken.
De heer VAN DER KLEIJ zegt, dat de bewuste maatregel weliswaar
is ingetrokken, maar dat hij toch niet tevreden is. De afdeeling „Han
del" is inmiddels veranderd. Er is daaraan een ambtenaar verbonden,
die zeer vlot was in het afdoen van de zaken, maar de nieuwe chef
van die afdeeling heeft te veel een militair stempel op de werkwijze
gedrukt en was daarbij niet op de hoogte. Het gevolg van een en
ander is, dat die goede ambtenaar dat werk niet meer mag doen en
nu de minst belangrijke taak op die afdeeling vervult. Waarom die
verandering, vraagt Spr.; het publiek moet dientengevolge uren
wachten.
De heer VAN DEN EEDEN verklaart, drie jaar ambtenaar bij den
Distributiedienst te zijn geweest en uit ervaring te weten, dat het
voor den Directeur onmogelijk is de touwtjes in handen te houden,
aangezien deze geheel afhankelijk is van de bevelen van de ambte
naren van het C.D.K.