452 10 DECEMBER 1946 De VOORZITTER: Het is inderdaad hopeloos. Er wordt niets aan het eigen initiatief overgelaten. Het is te hopen, dat de Distributiedienst spoedig een fatsoenlijken dood sterft. De begrooting der in artikel 10, lid 2 der Distributiewet 1939 bedoelde kosten, wordt daarop goedgekeurd en vastgesteld. De begrooting voor het Electriciteitsbedrijf wordt zonder eenige bedenking goedgekeurd en vastgesteld. Grondbedrijf De heer BRINKERHOF meent, in tegenstelling met B. en W., dat een Commissie voor het Grondbedrijf wèl noodig is. Er zijn groote kapi talen in dat bedrijf gestoken. Spr. acht het derhalve van belang, dat de Raad advies krijgt van een aparte Commissie uit den Raad; de Bouwcommissie is al genoeg belast. Spr. geeft in overweging zulk een commissie alsnog in te stellen. Vervolgens wil Spr. het hebben over den Schoolakker. De Raad van Ginneken heeft indertijd gedacht, daarvan een mooi geheel te maken, doch nu is hij schromelijk mishandeld. Er zijn noodwoningen op ge plaatst, hetgeen hoogst ontsierend werkt. En het had zoo mooi kunnen zijnSpr. beveelt het houden van markten op den Schoolakker aan. De VOORZITTER antwoordt, dat B. en W. het geheel zullen be kijken en dan met een plan in Bouwcommissie en Raad zullen komen. De Schoolakker was een te groot veld en daarom te kostbaar. Er moet echter een grasveld blijven en er moet beplanting komen. De plaats der noodwoningen is in de Bouwcommissie besproken. Wat het houden van markten op den Schoolakker betreft, doet zich de vraag voor, of er wel gegadigden voor zijn. De heer BRINKERHOF: Al kwam er alleen maar een groenten- markt! De VOORZITTER voortgaande, zegt, dat hij met betrekking tot de kwestie van een commissie voor het Grondbedrijf van meening was, dat de Bouwcommissie dit er wel bij zou kunnen doen. Spr. vindt het, eerlijk gezegd, gevaarlijk om nog drie menschen in grondaankoopen en dergelijke zaken te mengen; de kans dat er uit de school wordt ge klapt, wordt daardoor vergroot en als dat gebeurt, ligt heel de zaak in duigen. Er heeft thans geen aan- of verkoop van grond plaats, of hij is van alle kanten bekeken; de Gemeente heeft experts daarvoor bij de hand. Spr. gelooft, dat het beter is, den toestand zoo te laten. De heer VAN DER KLEIJ merkt op, dat.de Schoolakker met klin kers was bestraat. Deze zijn grootendeels weggevoerd naar den Mar- kendaalscheweg. Spr. vindt dit als oud-Ginnekenaar zeer bezwaarlijk. De VOORZITTER zegt, dat thans weer gelegenheid bestaat tot aan koop van klinkers. Aan het bezwaar van den heer Van der Kleij zal dus spoedig kunnen worden tegemoet gekomen. De klinkers waren op een moment dringend noodig; men heeft ze toen weggehaald uit straten, waar geen verkeer is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 452