26 FEBRUARI 1946. 45 De heer SMIT vraagt, of er al eens is omgezien naar het huren van een ander gebouw. De VOORZITTER antwoordtbevestigend; er is evenwel geen geschikt gebouw in de onmiddellijke omgeving van het politiebureau te krijgen. De heer VAN HOUTEN verklaart van het woord af te zien, omdat de heer Smit thans evenals Spr. tot de zelfde fractie, namelijk die van de Partij van den Arbeid, behoort. De heer VAN OOSTERHOUT vindt het erg jammer, dat dit voorstel niet om advies bij de Bouwcommissie is geweest. Spr. geeft in overweging de verdere behandeling ervan aan te houden tot een volgende vergadering en in middels nader door de Bouwcommissie te doen bezien, of wellicht een andere oplossing mogelijk is. De VOORZITTER vraagt, of de Raad hiermede accoord gaat. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking te kennen gevende, wordt overeenkomstig het voorstel van den heer Van Oosterhout besloten. De heer SMIT had ook mededeeling willen doen van de fusie, welke heeft plaats gehad en waardoor de Vrijzinnig- Democratische Partij, waartoe hij behoorde, is komen te vervallen. De heer Van Houten is hem echter reeds vóór geweest. Spr. maakt thans deel uit van de Partij van den Arbeid Tot Burgemeester en Wethouders zegt Spr., det dezen hem op politiek gebied weliswaar tegenover hen zien staan, doch naast hen, waar het er om gaat de belangen der Gemeente te behartigen. 24. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot beschikbaarstelling van een crediet voor aankoop van een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 45