12 DECEMBER 1946 471 De heer VAN DEN EEDEN zou invloed willen doen uitoefenen op de mentaliteit van het publiek door het op zijn moreele verplichtingen in deze te wijzen. Bij bereidheid verwacht Spr., dat de ruzies zullen op houden. De VOORZITTER zegt, dat bijna elke inwoning tot ruzie leidt, ook al heeft men zelf gekozen. Dit is trouwens alleszins begrijpelijk. Ook een Nederlander huldigt doorgaans het devies: „My house is my castle." Het intrekken van wildvreemde menschen in de woning van een ander, vaak met medegebruik van keuken en W.C., moet leiden tot ontredde ring van het huiselijk leven. De omstandigheden nopen er helaas toe. Men krijgt de kans te kiezen; als men dit niet wil, dan wordt de be schikbare ruimte aangewezen. De heer LAUREY heeft zich de vraag gesteld, of Breda in dezen tijd niet te veel als woongelegenheid wordt gezocht. Spr. heeft daarom bij het afdeelingsonderzoek gevraagd om maatregelen te treffen, welke er toe leiden, dat het aantal op te nemen evacué's zoo niet wordt stopge zet, dan toch aanzienlijk vermindert en dat de omliggende gemeenten meer dan tot nog toe belast worden met de opneming van evacué's. Spr. gelooft, dat op het oogenblik te veel menschen naar Breda trekken. Hij noemt daarvan een voorbeeld. Een hem bekende dame moet haar pen sion, waarin zij jarenlang geweest is, verlaten omdat een gerepatrieer de, die te Zandvoort onder dak is gebracht, liever te Breda woont. Spr. verzoekt hieraan eens aandacht te schenken. De VOORZITTER verzoekt den heer Laurey hem nadere bijzonder heden omtrent het gesignaleerde geval op te geven; het zal dan worden onderzocht. Pensionkwesties zijn moeilijk te beoordeelen. Velen nemen pensiongasten om aan gedwongen inwoning te ontkomen. Als men ech ter zonder toestemming van de Woningnoodcommissie ergens intrekt, dan moet men er onherroepelijk uit. Dit standpunt moet men wel in nemen, anders loopt het spaak. De heer DE RUITER zegt, dat de geheele oorzaak moet worden ge zocht in het tekort aan woonruimte. Kan men die uitbreiden, dan wor den vele moeilijkheden voorkomen. Spr. wil daarom terugkomen op het denkbeeld om kantoorruimten te doen ontruimen en noodbureaux te laten maken; er komen dan vele gebouwen vrij voor woonruimte. Spr. geeft in overweging dit eens te probeeren. De VOORZITTER heeft al eens in dien zin pogingen gedaan. Spr. heeft zich tot de militaire autoriteiten gewend om loodsen. Geantwoord werd, dat zij die niet konden missen. Spr. vindt het idee van den heer de Ruiter echter geenszins verwerpelijk. Burgemeester en Wethouders zullen zich nog eens tot het betrokken Departement wenden om barak ken. De heer BREKELMANS herinnert er aan, dat er eenige maanden ge leden is geïnformeerd, hoe het stond met de controle over de beschik bare woonruimte. Er is toen gezegd, dat men daarmede flink opschoot. Spr. vraagt, welke resultaten daarmede zijn bereikt. De VOORZITTER antwoordt, dat dit resultaat niet volkomen bevre digend is. De Woningnoodcommissie ziet zich daarom genoodzaakt zich alleen te beperken tot de z.g.n. crepeergevallen,, in ruimen zin geno men, de ambtenaren, die zich hier moeten vestigen, de geevacueerden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 471