474 12 DECEMBER 1946 bezig is om de groote huizen te contröleeren, b.v. aan de Zandberglaan. De Commissie is actief werkzaam; zij houdt zich aanbevolen voor op gave van woonruimte. De VOORZITTER zegt, dat, als men woonruimte weet, men dat aan den Voorzitter van de Woningnoodcommissie moet opgeven, niet aan de ambtenaren van het bureau. De heer HEER vraagt, of men inderdaad heele panden kan vorderen. Wethouder STRUIJCKEN antwoordt, dat zulks nog vóór kort een twistpunt was. De jurisprudentie heeft echter thans uitgemaakt, dat het wèl mogelijk is. De VOORZITTER merk nog op, dat men thans huizen of gedeelten van huizen kan vorderen, desnoods met de meubels erin. De heer LABAN verwijst den heer Heer naar het boekje van Helm- strijd; dit bevat tal van rechterlijke uitspraken. De heer HEER zegt, dat hem onlangs was gevraagd, iemand van zijn partij op te geven voor het lidmaatschap der Woningnoodcommissie. Toen Spr. de gevraagde opgave had gedaan, werd hem echter medege deeld, dat het een bezwaar was, dat de opgegeven candidaat raadslid was. Het is hem evenwel gebleken, dat er toch wel een raadslid in de Woningnoodcommissie zitting heeft, namelijk de heer Van Oosterhout. De heer VAN OOSTERHOUT verklaart, in die Commissie niet te zitten in zijn hoedanigheid van raadslid, doch in die van huiseigenaar. De heer BREKELMANS kan een geval noemen, waarvan de Secreta ris zelf heeft erkend, dat het niet juist behandeld is, doch nu het een maal gebeurd is, laat men het volgens hem maar zoo. De VOORZITTER zegt, dat men wel moet bedenken, dat ieder, die maar meent eenigen invloed te kunnen uitoefenen, bij den Secretaris komt, ook als intermediair. De heer LABAN merkt op, dat het vanzelfsprekend is, dat ieder den Secretaris wil spreken. Op de uitlatingen van het personeel kan men niet afgaan; de Secretaris zegt, dat het personeel niets te zeggen heeft. De VOORZITTER zegt, dat men zich ook tot den Voorzitter van de Woningnoodcommissie kan wenden. De heer KAMPHUIJS vraagt, wie voorzitter der Woningnoodcommis sie is. De VOORZITTER: De heer Kroone. Deze heeft veel tijd en staat zoo wat onafgebroken iedereen te woord. Vrijdagsmorgens houdt hij spreek uur ten Stadhuize voor de moeilijke gevallen. De heer HEER zegt, dat er aan het einde van de Mastboschstraat oude woningen staan, die feitelijk niet bewoonbaar zijn. In één dier woningen ontbreekt zelfs een W.C. Spr. vraagt, of de eigenaar niet ge dwongen kan worden daarin verbetering te brengen. De VOORZITTER antwoordt, dat de zaak door den dienst van Open bare Werken zal worden onderzocht.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 474