12 DECEMBER 1946
475
Vervolgens zegt Spr., dat de post nog met 6344,04 dient te worden
verhoogd in verband met uitbreiding van personeel. Spr. verklaart, dat j
van nu af aan daarmede geen stap verder zal worden gegaan zonder
den Raad daarin te voren te kennen.
De heer JONGBLOED vraagt om in de lijst van het gemeenteperso-
neel, welke aan den Raad zal worden overgelegd, ook het personeel
van de Woningnoodcommissie op te nemen.
De VOORZITTER antwoordt, dat daartegen geen bezwaar bestaat.
Met inachtneming van de door den Voorzitter voorgestelde
wijziging wordt de post (Volgnummer 773) daarop goedge
keurd en vastgesteld.
VOLGNUMMER 774. BIJDRAGEN VAN RIJK EN GEMEENTE AAN
PARTICULIEREN IN DE KOSTEN VAN VERBETERING VAN
WONINGEN.
De heer BRINKERHOF behoort tot de leden, die bij het afdeelings-
onderzoek hebben gevraagd, of Burgemeester en Wethouders bereid
zijn een woningcontröle te doen plaats vinden en bij gebleken bevin
dingen die huis-eigenaren, die nalatig bleken de noodige herstellingen
te doen, te gelasten volgens de Woningwet deze reparaties te doen uit
voeren. Burgemeester en Wethouders hebben daarop geantwoord, dat
het geen zin had den huiseigenaren eischen te stellen, als er, wegens
de slechte materialenpositie en de schaarschte aan arbeidskrachten,
geen mogelijkheden tot herstel zijn; algeheele bouwcontröle zal daarom
eerst plaats vinden, wanneer die mogelijkheden weer bestaan. Spr.
zegt, dat, als er weer overvloed aan materiaal is, het herstel wel geen
bezwaar meer zal opleveren; het komt hem daarom noodig voor, de
controle juist nu te doen plaats vinden. Spr. heeft het oog op krotten,
die bijna onbewoonbaar zijn. Enkele huiseigenaren willen die krotten
niet herstellen, omdat zij er niet genoeg rente van trekken. Spr. heeft
in dit verband al eens gewezen op eenige krotten in de Visscherstraat
en toen ten antwoord gekregen, dat men te dien opzichte geen hooge
eischen kon stellen. Het waren echter geen hooge eischen, o.a. was ver
zocht den vloer met nieuwe plavuizen te beleggen, daar deze alle stuk
waren. Het zijn juist de krotbewoners, die geholpen moeten worden,
zegt Spr. Deze menschen weten zelf den weg niet, welken zij moeten
bewandelen. Daarom moet daar van gemeentewege controle plaats heb
ben. Spr. hoopt, dat Burgemeester en Wethouders daartoe opdracht
zullen geven.
Vervolgens wijst Spr. er op, dat bij samenwonen van gezinnen mees
tentijds ruzie ontstaat door het medegebruik van de keuken. Spr. vraagt
daarom, of de Gemeente er niet aan zou kunnen medewerken, in zulke
gevallen een tweede keuken te maken.
Ten slotte zegt Spr., dat in de voormalige ziekenbarak aan den Kerk-
hofweg de padvinders niet kunnen verblijven, daar dit gebouwtje ge
heel dichtgespijkerd is. Spr. vraagt, of het niet beter ware in te richten
tot woning voor een tweetal gezinnen.
De VOORZITTER zegt, dat zulks nog eens zal worden overwogen.
Dat het gebouwtje nog dichtgespijkerd is, is te wijten aan het feit, dat
er nog niet voldoende glas is; bij de glasvoorziening gaan namelijk
woningen voor.
Voorts zegt Spr., dat het maken van een tweede keuken vaak plaats