12 DECEMBER 1946
477
Wethouders voor de Verlaatstraat; de vroegere scheiding tusschen de
gemeenten Princenhage en Breda is daar nog steeds goed merkbaar
door een groote plas en modderpoel in het midden van den weg.
De VOORZITTER zegt, dat de Verlaatstraat ook op de zooeven ge
noemde lijst staat; zij komt binnenkort aan de orde voor herstel.
De heer KAMPHUIJS heeft opgemerkt, dat de klok van den Grooten
Toren sinds eenige dagen .stil staat. Spr. vraagt, hoe dat komt.
De VOORZITTER antwoordt, dat zulks verband houdt met de aan
den toren te verrichten restauratie-werkzaamheden. De stilstand zal
een halfjaar duren.
De heer KAMPHUIJS herinnert er aan, dat men het eenige dagen
geleden heeft gehad over het vestigen van industrieën te Breda. Men
achtte het gewenscht de Gemeente daarvoor zoo aantrekkelijk mogelijk
te maken. D.och nu heeft Spr. gehoord, dat een industrie, welke zich
hier wilde vestigen, van den dienst van Openbare Werken de kous op
den kop gekregen heeft. Spr. vraagt, of de Directeur van dien dienst
daarover heeft te beslissen.
De VOORZITTER antwoordt, dat die Directeur daarover alleen heeft
te adviseeren. De aanvrager, dien de heer Kamphuijs bedoelt, wilde
blijkbaar gemeente-grond koopen voor geldbelegging; het doel, waar
voor hij beweerde den grond noodig te hebben, was zeer vaag. Het is
evenwel zaak op dergelijke aanvragen toe te zien, of zij ernstig bedoeld
zijn.
De heer KAMPHUIJS vraagt, of er geen reclame kan worden gemaakt
voor de vestiging van industrieën.
De VOORZITTER antwoordt, dat dit reeds gebeurt; de Gemeente
beschikt daarvoor over een brochure.
De heer KRAMERS wijst er op, dat het verbindingswegje van den
Oude Terheijdenscheweg naar de Liniestraat in zeer slechten toestand
verkeert. Spr. vraagt, of het niet wat verhard kan worden.
De VOORZITTER zal een onderzoek laten instellen.
Den heer DIRVEN lijkt het toe, dat de Brabantlaan stiefmoederlijk
wordt behandeld. De weg is slecht en er liggen geen tegels op de trot
toirs, waardoor de bewoners vaak hun huizen niet kunnen bereiken
door de modder. Spr. vraagt, of het niet mogelijk is dit in orde te
maken.
De VOORZITTER zegt, dat de zaak zal worden bekeken.
De heer MEIJS dringt er op aan, langs de nieuwe kazerne aan de
Fellenoordstraat een trottoir te doen aanleggen, aangezien dit wegge
deelte bij nat weer voor voetgangers moeilijk begaanbaar is.
De VOORZITTER meent, dat bedoeld weggedeelte Rijksgrond is.
Spr. zal echter een onderzoek doen instellen.
Hoofdstuk VI wordt daarop goedgekeurd en vastgesteld.
Hoofdstuk VII (Eigendommen niet voor den openbaren dienst
bestemd) wordt zonder eenige bedenking goedgekeurd en
vastgesteld.