496 12 DECEMBER 1946 De VOORZITTER zegt, dat de opmerking inderdaad juist is. De heer JONGBLOED vraagt, hoe men komt aan het bedrag van 5000,en of dit verband houdt met de vroegere jaarwedde. De VOORZITTER merkt op, dat dit het bedrag was boven hetwelk inkomsten uit andere openbare betrekkingen pensioen niet moch ten uitgaan, zonder dat vermindering van het pensioen tot dit bedrag plaats had. De heer JONGBLOED wil er zich niet tegen verzetten dit te ver- hoogen, daar het hier andere inkomsten betreft uit openbare dienst verkregen. Hij vraagt echter nog, of dit ook geldt voor betrekkingen in los verband. De VOORZITTER antwoordt bevestigend. De heer JONGBLOED vraagt, welke de financieele gevolgen zijn en merkt nog even op, dat er twee voorstellen zijn. De VOORZITTER zegt, dat het uitsluitend geldt voor de vroegere wethouders en dat het eene voorstel een verbeterde uitgave van het andere is, welke bij vergissing beide zijn uitgegaan. Wethouder STRUYCKEN zegt, dat de huidige regeling geheel an ders is. Het voorstel wordt daarop zonder hoofdelijke stemming aangenomen. (ty 13. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het benoemen van een tijdelijken leeraar werktuigkundig teekenen aan de gemeentelijke Ambachtsschool. (Bijlagen 1946, no. 237). 14. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het benoemen van een viertal leeraren aan de gemeentelijke Avondschool voor Ambachtslieden. (Bijlagen 1946, no. 226). 15. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verleenen van een crediet voor het sloopen van de Julianaschool. (Bijlagen 1946, no. 227). Al deze voorstellen worden zonder bespreking aangenomen. 16. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verleenen van een crediet, groot 2800,voor het bouwen van een urinoir aan de Ceresstraat nabij de St. Jozefkerk. (Bijlagen 1946, no. 228). De heer VAN OOSTERHOUT spreekt zijn dank uit aan Burgemees ter en Wethouders voor de snelle wijze, waarop zij met een voorstel zijn gekomen, naar aanleiding van Sprekers verzoek in de vorige vergadering. Een enkele opmerking wil hij hier echter bij maken. De plaats, waar het urinoir zal worden gebouwd, komt Spr. minder gewenscht voor. Plaatsing aan den Oranjesingel op 10 meter af- stand van de brug komt Spreker juister voor. De VOORZITTER vindt dit leelijk aan den waterkant.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 496