64 26 FEBRUARI 1946. niet tot moffen-maatregelen zijn toevlucht te nemen. In legio-gevallen gaan er vaak weken overheen eer men tot resultaat komt; onderzoek, lastgeving, ontruiming, dit alles vordert vee! tijd. In 1945 werden 378 heele woningen toegewezen en 559 samenwoningen toegestaan. Op het oogenblik is men bezig een overzichtelijk geheel te ver krijgen door alle aanvragen op kaart te brengen. Dit zal een vluggere afdoening van zaken bevorderen. Maar als het publiek niet wil medewerken, zal het altijd langer blijven duren dan feitelijk noodig is. Spr. vestigt voorts de aandacht op het aantal huwelijken- dat sinds 1940 heeft plaats gehad; dit aantal bedraagt 3429. Bovendien hebben zich nog vele gezinnen heimelijk te Breda gevestigd. Als men nu in aanmerking neemt, dat er sinds 1942 niets meer is bijgebouwd en 250 woningen in den oorlog zijn verwoest, dan krijgt men eenig idee van de vele en groote moeilijkheden, welke zich op dit gebied voordoen. Ten slotte zegt Spr., dat het hem wel goed lijkt in de Woningnoodcommissie, welke een ambtelijke commissie is, twee raadsleden op te nemen. De VOORZITTER dankt den heer Kroone voor zijn uiteenzetting. Ook brengt Spr. dank aan den Voorzitter van de Woningnoodcommissie en de daaraan verbonden ambtenaren, die een helsche taak hebben te vervullen. Spr. wil nog even wachten met het geven van uitbreiding aan de Commissie; hij wenscht die kwestie eerst nog eens te bezien. De heer KAMPHUIJS vindt deze aangelegenheid van een zoodanige importantie, dat zij niet bij de rondvraag behoort te worden behandeld. Spr. wil haar bij de begrooting 1946 zien besproken. De VOORZITTER zegt, dat de Raad niet te veel moet komen op het gebied van het Dagelijksch Bestuur. Het wordt dan voor dat Bestuur onmogelijk snel te werken, wat in deze een eerste vereischte is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 64