1 MEI 1946.
75
Niemand der leden hiertegen eenige bedenking
te kennen gevende, wordt dienovereenkomstig
besloten.
13. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot be
noeming van voorzitters en plaatsvervangend voorzitters van
stembureaux.
Den heer BRINKERHOF is het opgevallen, dat er bij de
aanwijzing van plaatsvervangende voorzitters geen rekening
is gehouden met leden van zijn partij; voorzitters, die tot zijn
partij behooren, worden niet door leden dier partij vervangen.
De VOORZITTER zegt, dat er bij de samenstelling der
stembureaux niet naar politieke richting wordt gekeken; het
heeft daarmede ook niets uit te staan. De heer Brinker
hof zoekt naar dingen, die er niet zijn.
Zonder verdere bedenkingen wordt daarop
overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en
Wethouders besloten.
De VOORZITTER wil vervolgens de punten 29 en 30
der agenda in behandeling brengen.
De heer KAMPHUIJS heeft daartegen bezwaar, omdat hij
geen gelegenheid heeft gehad, die voorstellen te bestudeeren.
Na eenige discussie wordt besloten, de behan
deling van deze punten aan te houden tot de ver
gadering van 8 Mei a.s.
Daarop stelt de VOORZITTER aan de orde
48. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij
ter vaststelling aanbiedende het ontwerp-gemeentebegrooting
voor het dienstjaar 1946 met de daarbij behoorende ontwerp-
begrootingen van diverse instellingen en takken van dienst,
welke afzonderlijk worden beheerd (Bijlagen 1946, no. 84),
alsmede het centraal rapport van het afdeelingsonderzoek in
den Raad en de memorie van antwoord van Burgemeester
en Wethouders.