8 26 FEBRUARI 1946. van de heeren Hardeman, Mabelis, Ruijg en Verhaak, dat zij verhinderd zijn deze vergadering bij te wonen. Daarop schorst Spr. de openbare vergadering, welke alsnu overgaat in een vergadering met gesloten deuren. Na heropening der openbare vergadering houdt de VOORZITTER de volgende rede: „Mijne Heeren, „1945 was voor onze stad, was voor ons land van buitenge- „wone beteekenis. „5 Mei capituleerde het Duitsche leger, dat op Neder- „landsch gebied stond en werd de scheiding tusschen Noord en Zuid opgeheven. „Het ging er toen om, het gestoorde mechanisme van onze „samenleving zoo spoedig mogelijk weer voor een behoorlijke „functionneering op gang te krijgen. Er is hard gewerkt, maar „door de wijzigingen, die men meende in de bestaande organi saties te moeten aanbrengen, door de aantasting, die de geest „van ons volk had ondergaan en niet het minst door de ont wrichting van de productie, den handel en het verkeer der „wereld konden tot nu geen bevredigende resultaten worden „verkregen. „De onvoorwaardelijke overgave van Japan in Augustus „stemde ons hoopvol. Toen echter bleek, dat zeer ernstige „moeilijkheden het herstel van een geordende toestand in „Oost-Indië belemmerden, begon de toekomst er voor ons nog „somberder uit te zien. Hierbijk omt, dat velen van ons groot „leed te dragen hebben of in groote zorg verkeeren wegens „het lot van hun nabestaanden in Indonesië. „Wij staan bijna over de geheele lijn voor zware hindernis- „sen. Slechts door het inzetten van onze volle kracht en door „eendrachtig samenwerken, daarbij baatzuchtige oogmerken „op zijde schuivend, zullen we in de huidige periode een „der moeilijkste perioden, die Nederland ooit doormaakte „in staat zijn, ons land te redden. De geest van ons voorge slacht moet weer vaardig over ons worden. Ik doe een drin-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 8