1 MEI 1946. 97 „al fatsoenlijk gezegd heb, en ik zie dan ook met belang stelling het antwoord tegemoet. De heer BRINKERHOF merkt het volgende op Mhr. de Voorzitter „De heeren van Houten, Laureij en Heer hebben ,,m.i. bij de algemeene beschouwingen ruim voldoende, de „gevoerde politiek èn van Burgemeester en Wethouders èn „van den Raad uiteengezet om daaruit conclusies te trekken. „Ook bespraken zij de zuivering van het gemeente-personeel. „Het is dit punt, mhr. de Voorzitter, wat in den lande „en niet in het minst in Breda, de gemoederen heftig in bewe- „ging heeft gebracht. De openbare meening is de „grooten" „loopen vrij rond en de „kleintjes" moeten hangen. Over de „geheele zuivering hangt een sfeer van geheimzinnigheid, die „dikwijls kwade vermoedens doet ontstaan, wat ook weer „begrijpelijk is, als men terugdenkt aan het groote leed, dat „alle goede vaderlanders hebben doorgemaakt en dat zij, die „met den vijand heulden of zwarthandelaar waren, het nog „niet zoo kwaad hebben gehad. Wat hebben zij dikwijls de „vuisten gebald en de tanden op elkaar gedrukt, wanneer „weer de een of andere verordening in het leven werd ge- soepen. Wat hebben wij dikwijls tegen elkaar gezegd nu, „die en die zullen ter verantwoording worden geroepen. En „inderdaad, Mhr. de Voorz., het leek in den beginne er „ook aardig op dat alles, zoo als wij verwacht hadden, zou „geschieden; men kon zijn klachten op de daarvoor bestemde „formulieren vermelden, opzenden naar het Tribunaal in den „Bosch endaar was de kous mee af. De aanklager werd „niet meer verhoord; men geloofde het wel wat die aanklager „geschreven had; men las er nooit meer iets van in de dagbla- „den en als men er soms nog eens iets van vernam, dan werd „dat door het dagblad „de Stem", het opnieuw opgerichte „dagblad van N. Brabant, alleen aangegeven met enkele let- „ters Schijnbaar heeft men daar bij de leiding ook „Blue „Band" op het hoofd. „Mhr. de Voorzitter, het is alles geheimzinnigheid „wat de klok slaat. Dat hadden wij ons toch niet voorgesteld, „daarvoor hebben toch onze mannen hun leven niet gegeven „of in de waagschaal gesteld, om nu de schobbejakken, die „met de vijand heulden, met zoo'n groote geheimzinnigheid „te behandelen of wat nog grievender is in de doofpot te „stoppen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 97