1 MEI 1946. 99 De heer BRINKERHOF had verwacht, dat Burgemeester en Wethouders den Raad de namen zouden hebben genoemd van de gestraften en de niet-gestraften; zij hebben dit niet gedaan. De VOORZITTER zegt, dat de Zuiveringscommissie straft zonder de namen der betrokkenen bekend te maken, omdat men de straf anders te streng zou vinden. Bekend making van namen is nooit geschied zonder toestemming van Den Haag. De heer Brinkerhof kan daarover tegen de Regeering fulmineeren; hier kan men er niets aan doen. De heer BRINKERHOF zal dan bij de Centrale Advies commissie een klacht tegen de heeren Van Woensel en Rosch indienen. Verder wil Spr. het nog even hebben over de Mr. Dr. Frederiksstraat. De VOORZITTER U kunt nu niet terugkomen op een in de vorige raadsvergadering genomen besluit. De heer BRINKERHOF verklaart, terug te willen komen op het prae-advies van Burgemeester en Wethouders over die zaak zijn opmerking betreft dus het beleid van Burge meester en Wethouders. Zij slaat op de zinsnede in bedoeld prae-advies, waarin Burgemeester en Wethouders spreken over de groote verdiensten van Mr. Dr. Frederiks ten op zichte van de grenswijziging van 1942. De VOORZITTER: U ziet de zaak ver keer din; nu er eenmaal een raadsbesluit gevallen is, gaat het om het beleid van den Raad. De zaak is echter thans niet aan de orde. U hebt bij de behandeling van het bewuste voorstel in de vo rige vergadering voldoende gelegenheid gehad om het prae- advies te bespreken. Dat U er toen niet geweest bent, doet daaraan niets af. De heer BRINKERHOF stelt voor, hem thans de gelegen heid te geven die zaak te behandelen. De heer MABELIS gelooft, dat men den verkeerden kant zou opgaan door dit voorstel aan te nemen. De Raad kan nu niet ineens dit voorstel behandelen. Men heeft in de vorige vergadering alle gelegenheid gehad tot critiek. Nu de Raad eenmaal een beslissing heeft genomen, moet men er niet op terugkomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 99